Zijn stijl is een elegante en heldere mix van elektro, ambient en world fusion, die door tegenstanders als gemakkelijke ‘new age’ wordt ervaren. Dit twaalfde album liet acht jaar op zich wachten, en telt dertien songs die zweverig, synthetisch en welluidend klinken. Orbit zoekt niet zozeer naar nieuwe manieren om songs te maken, dan wel om muziek op een andere manier te laten aanspreken.
De instrumentale tracks ‘Gold coast’ en ‘Planet sunrise’ drukken die titels perfect uit, maar veel songs worden door gasten gezongen, zoals Beth Orton, Katie Melua, Polly Scattergood, Lido Pimienta en de overleden Hukwe Zawose. Geleidelijk aan nestelt Orbits esthetiek zich in het gehoor, en aanvaard je ’s mans klemtoon op glijdende melodieën, halftrage funkpatronen, smachtende verlangens. Dit is een plaat die nooit om je aandacht schreeuwt, maar die wel onderhuids inneemt.