Een belangrijk deel van het risicobeheer en de kosten ervan werd deze week geprivatiseerd. In het licht van omikron moeten bedrijven en burgers nu zelf zien hoe ze de komende maand doorkomen. Dat schrijft chef Wetstraat Jan Frederik Abbeloos.
Dat alle regeringsleiders bij de persconferentie na het Overlegcomité van donderdag iedereen een goede gezondheid in 2022 wensten, had iets surrealistisch. De boodschap van het comité was immers dat er de komende weken waarschijnlijk honderdduizenden mensen besmet zullen worden met de omikron-variant, dat men niet kan inschatten hoeveel van hen ziek zullen worden maar dat men voorlopig niets extra onderneemt. De besmettingsgolf indijken lijkt onbegonnen werk.
Samengevat kiest het beleid er voorlopig voor om de epidemie simpelweg te laten uitrazen binnen de huidige maatregelen, ook al houdt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke moedig vol dat we ‘de lawine moeten vertragen’. Maar zelfs het monitoren van die lawine wordt losgelaten. Zonder veel discussie werd het testbeleid deze week grotendeels opgegeven, in de hoop ten minste nog iedereen met symptomen een PCR-test te kunnen aanbieden. Met pakweg 40.
Al die beslissingen samen impliceren dat het risicobeheer de komende tijd vooral naar de burgers en ondernemingen geduwd/geprivatiseerd wordt, met in geval van zelftests en FFP2-maskers vaak ook de factuur daarvan. Die kan voor een middelgroot gezin algauw tot honderd euro of meer oplopen per maand. Zelfs de Franstalige socialisten lieten zich daarover niet horen – alle partijvoorzitters blonken trouwens uit in stilte over de te volgen koers. Iedereen wacht nu kop in kas af hoe erg het wordt.