supermarkt, een Colruyt, bijna tien jaar geleden plannen ontvouwde om uit te breiden en het hoekpand te slopen om het weer op te bouwen, moesten twee gemeentebesturen hun goedkeuring geven. Het ene, dat van Etterbeek, zag weinig graten in de sloop- en uitbreidingsproject; het andere, dat van Elsene, noteerde een paar voorwaarden in de kantlijn. Het werden de zaden van een fascinerend landbouwproject in een dichtbebouwde en drukke stadswijk.
‘Rond de tuin had zich een leven ontwikkeld, van mensen die er groenten teelden en anderen die er gezelschap vonden. Elsene wilde dat op een of andere manier behouden en verbond aan de vergunning de voorwaarde dat Colruyt het dak moest inrichten voor exploitatie. Niet enkel als groen dak met planten die goed zijn voor bestuivende insecten of die regenwater traag laten infiltreren, maar een dak waar aan landbouw wordt gedaan.
‘Voor ons was dat een unieke kans om onze kennis over stadslandbouw te verdiepen’, vertelt onderzoeker en bioloog Francisco Davila. ‘Wat is het effect op biodiversiteit? Wat met het bodemleven in substraat, door mensen bewerkte aarde waarop men in bakken teelt? Welke teeltwijze heeft welk resultaat? Hoe zit het met de opbrengst? De vragenlijst die we samenstelde, vulde zichzelf iedere dag aan. Nu nog, dit dak is een levend lab.
‘Waarom hier minder? We hebben een paar hypothesen. Misschien omdat het dak nieuw is, het moet nog ontdekt worden door bijen. Voor sommige soorten is het waarschijnlijk niet evident om er te geraken. Het ontbreekt aan groene aanvliegwegen of ze slagen er niet in de informatie door te geven. Wat ook een rol kan spelen, is de teeltkeuze.’