Direct naar artikelinhoud
Exclusief

Ondernemer Won Yip: ‘Mensen die denken: die rijke Chinees heeft makkelijk praten – ik nodig ze uit een dag met me mee te lopen’

Horecaondernemer Won Yip: ‘Aan mijn klanten kan ik zien wanneer de Huishoudbeurs is, elk jaar zijn dat dezelfde gezichten.’Beeld Erik Smits

Vanuit zijn penthouse op de Pontsteiger, het ‘duurste appartement van Nederland', kijkt horecaondernemer Won Yip uit over de stad. Ongemak over zijn rijkdom voelt hij niet. ‘Ik heb hier hard voor gewerkt.’

Toen Won Yip in 2016 het ‘duurste appartement van Nederland’ kocht, het penthouse van de Pontsteiger, gaf dat geen euforisch gevoel. “Ik had alleen maar stress. Hoe moest ik het financieel rondkrijgen? En hoe kon ik die andere drie appartementen verkopen?”

Het ging oorspronkelijk om één penthouse, van bij elkaar bijna 1500 vierkante meter, dat bestaat uit vier appartementen – maar voor de publiciteit wilde de projectontwikkelaar het per se als één geheel verkopen. Zittend op zijn balkon met uitzicht over, nou ja, de hele stad, zegt Won Yip: “Mensen dachten dat ik die andere drie appartementen erbij nam om winst te maken. Zo was het niet. Ik had al bekeken dat je vanaf deze kant het uitzicht over de stad had. Om dit appartement te krijgen moest ik eerst de hele verdieping kopen.”

“Iedereen verklaarde me voor gek dat ik zo’n hoog bedrag betaalde voor een appartement dat ik nooit had gezien. Toen ik het kocht was er niets. Hier stroomde alleen water, alles moest nog worden gebouwd.”

Is zestien miljoen euro veel geld?

“Dat bedrag werd genoemd. Het was iets minder. Wel meer dan tien miljoen. Met de wetenschap van nu was het een koopje. Geen slechte deal. Al had ik bij nader inzien die andere drie appartementen later moeten verkopen, ik wist niet dat de huizenmarkt zo booming zou worden. Ze zijn ook alle drie alweer doorverkocht.”

Wonen daar Nederlanders in of expats?

“Nederlanders, al zijn ze ook vaak in het buitenland. Het is bekend dat Marcel Boekhoorn in een van de penthouses woont, de ondernemer. In een andere zit Adriaan Mol, van Mollie.”

Vanaf de Pontsteiger vertrekt een pontje naar Amsterdam-Noord. Won Yip staat weleens op dat pontje – ‘tussen het volk’, zoals hij het zelf noemt. “Die mensen kijken dan omhoog, naar het gebouw, en zeggen tegen elkaar dat je schofterig veel geld moet verdienen om daar te wonen.”

Wat doet u dan?

“Niets. Ik kijk naar de grond.”

Won Yip werd geboren in Brabant en groeide op in Zeeland. In Vlissingen hadden zijn ouders een Chinees restaurant, China Garden. Later kwam daar een tweede bij. “New China Garden. Je hoeft niet ingewikkeld te doen. Mijn jeugd valt samen te vatten in één woord: werk. Het was geen vraag, we wisten niet beter.”

Op welke leeftijd begon dat?

“Zeven jaar? Afwassen, knoflook en uien pellen, wortels schoonmaken. Moederdag, kerst, Pasen – die dagen bestonden niet. Dat was voor andere mensen, die kwamen dan bij ons eten.”

Na de mavo bezocht Won Yip kortstondig de havo. “Dat was in de fase dat ik het beter wist dan mijn ouders. Mijn moeder kwam uit de stad, uit Sjanghai, mijn vader was een boer. Zij vond dat ik meer opleiding moest hebben, hij vond dat ik door hier te wonen al meer perspectief had dan een boer op het platteland in China. Ik zag dat mijn vader naar Nederland kwam en zonder opleiding dertig jaar later in een vrijstaand huis woonde. Ik had een toekomst voor ogen en vond dat ik daar geen opleiding voor nodig had.”

Hoe zag u die toekomst?

“Geld verdienen.”

Hoe wilde u dat doen?

“Hard werken. Ik heb alles gedaan wat je in Zeeland kon doen: vis wegen en sorteren, vanaf mijn vijftiende in een discotheek glazen ophalen. Onderaan beginnen en elk jaar een treetje hoger. En je ogen en oren goed open houden.”

Het was een andere jeugd dan uw eigen kinderen nu hebben?

“Dat is weleens ingewikkeld. We geven ze dingen en in hun beleving is dat vanzelfsprekend. Toch zeg ik er elke keer bij dat het niet vanzelfsprekend is.”

Op uw negentiende kocht u in Zeeland een café. Werd dat raar gevonden?

“Heel raar. Ik had twee jaar bij mijn ouders gewerkt en leende op verschillende plekken geld, zonder dat die mensen het van elkaar wisten. Ik wilde de horeca in en moest ergens beginnen. Koken kon ik niet, bier tappen wel. Pubbles heette het, voor die tijd een trendy café op de Grote Markt in Goes.”

“Een jaar later ging ik naar Amsterdam. Op de hoek van de Dam en de Damstraat begon ik Café Zwart te pachten. Dat werd nog raarder gevonden. Een Brabantse Chinees uit Zeeland die Bavariabier kwam verkopen op de Dam. In Amsterdam was alles Heineken. Freddy Heineken stopte regelmatig voor de deur, met drie auto’s, hij werd toen al bewaakt. Hij kwam binnen, bestelde een glas melk en zei: ‘Als niemand hier bier drinkt, doe ik het ook niet.’”

Waarom wilde u naar Amsterdam?

“In Goes zat ik in een overleg met alle plaatselijke kasteleinen. Die waren twee keer zo oud als ik, hun buiken waren drie keer zo groot, van al het bier. Dit wil ik niet, dacht ik, hier moet ik weg.”

“Waar gebeurt het in Nederland? In Amsterdam, de hoofdstad. Waar zijn de meeste mensen? Op de Dam keek ik om me heen. Je hebt het Centraal Station, de Bijenkorf, erachter de Wallen. Als je hier met horeca geen geld kunt verdienen, waar dan wel?”

Na Café Zwart volgde op de Dam de aankoop van Majestic en de Euro Pub, aan de kant van de Bijenkorf, en Yip Fellows, naast Krasnapolsky. “Dertig jaar geleden was de Dam rotzooi. Wild west. Dealers, criminaliteit. Of eigenlijk was het nog penoze, dat is iets anders dan criminaliteit. Penoze, dat is een van ons, die alleen op een andere manier zijn geld verdient. Later werd het grote criminaliteit.”

Is horeca voor toeristen anders dan voor locals?

“Op de Dam bestaat het grootste deel uit toeristen, die ik weer onderverdeel in internationaal en dagjesmensen. Aan mijn klanten kan ik zien wanneer de Huishoudbeurs is, elk jaar zijn dat dezelfde gezichten. En ik zit hier 32 jaar hè, ik ken veel mensen in Amsterdam, die komen ook. Waar ga je iets drinken? Bij iemand die je kent.”

Op het Leidseplein bent u de Heinekenhoek aan het verbouwen. Wilt u daar hetzelfde doen als op de Dam?

“De Dam heb ik al, dan wordt het Leidseplein de volgende move? Nee, daar is mijn leven te kort voor. Ik ben 53, ik denk dat ik over vijf jaar wil stoppen. De eerste vijftien jaar heb ik zeven dagen per week doorgewerkt, zonder vakantie. Het kwam niet eens bij me op om vrij te nemen.”

Waar ging die eerste vakantie heen?

“Gran Canaria, vijf dagen. Ik lag in de zon en dacht alleen maar: ik zou nu ook de btw-aangifte kunnen doen.”

Wat is het verschil tussen Nederlanders en Chinezen?

“Hoe kan ik dit op een nette manier zeggen? Wij zien werken als een plicht. Of ik nou 6 dagen achter elkaar heb gewerkt, of 43 of 300 – ik denk er niet bij na. Wanneer een Nederlander voor de tweede week 6 dagen heeft gewerkt, denkt hij al: dit wordt wel veel.”

We zitten op uw balkon, het uitzicht is spectaculair. Wat denkt u als u vanaf hier over Amsterdam uitkijkt?

“Hier wonen heeft me de coronatijd door geholpen, toen de horeca dicht moest. We werden harder getroffen dan andere sectoren. Ik kon over de stad kijken en denken: krijg allemaal de kolere, zo slecht heb ik het niet gedaan. Het uitzicht maakt me rustiger.”

“De dertig jaar hiervoor woonde ik op de Dam, boven de zaak. Altijd druk, elk moment van de dag kon ik naar beneden worden geroepen. Daar had ik ook een terras met een prachtig uitzicht, maar ik heb er nooit op gezeten. In één maand heb ik hier meer gezeten dan daar in dertig jaar.”

Voelt u weleens ongemak over ongelijkheid?

“Nee, want ik heb er hard voor gewerkt. Alle mensen die kritiek hebben en denken: die rijke Chinees heeft makkelijk praten – ik nodig ze uit een dag met me mee te lopen. Aan het einde van de avond vallen ze neer. Die zijn af. Ik ga dan nog een paar uur door met werken.”

“In Londen heb ik een belang in een restaurant. Mensen die in het centrum van Londen willen wonen, hebben drie banen. Daar gaan we hier ook naartoe. Op 1 augustus is in Nederland een wet aangenomen: een werkgever mag geen bezwaar meer maken als een werknemer een tweede baan aanneemt. Ik let op dat soort beslissingen, die worden niet voor niets genomen. We zullen eraan moeten wennen dat niet iedere Amsterdammer in het centrum kan wonen, of in de buurt daarvan. Anders moet je twee banen nemen, of drie.”

Amsterdammers klagen graag over de snel veranderende stad, maar willen hier toch blijven wonen. Hoe werkt dat, vraagt schrijver Robert Vuijsje (Alleen maar nette mensen, Salomons oordeel) zich af in een wekelijkse interviewserie met bekende en minder bekende Amsterdammers. Dit is aflevering 32. Lees hier alle afleveringen terug.

CV
Won Yip (Tilburg, 1969) heeft, onder veel meer, vier horecazaken op de Dam. Ook bezit hij belangen en investeringen in het buitenland. Op 6 oktober wordt op NPO 2 een documentaire over hem uitgezonden, Koning op de Dam.

De stad van... Won Yip

Echt Amsterdams
“De concerten van Holland Zingt Hazes in de Ziggo Dome, dan voel ik me Amsterdams.”

Accent
“De meeste mensen zeggen Rotterdams. Ik kom uit Zeeland, dat ligt daar net onder.”

Partner
“Ze komt ook uit Zeeland. We zijn al twintig jaar samen, maar pas sinds twee jaar woont ze echt in Amsterdam. Sinds we in dit nieuwe huis wonen.”

Huur of koop
“Koop natuurlijk. Bij huur is het niet van jou. Je betaalt elke maand, maar je hebt niets.”

Import
“Na verloop van tijd kunnen mensen die hier uit de rest van Nederland komen ook echt Amsterdammers worden.”