Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Piet Costa houdt het snel voor gezien in de rechtbank: ‘Mijn cliënt gaat toch niks zeggen’

Rotterdammer Piet Costa, die door justitie wordt beschouwd als de opdrachtgever van de martelkamers in Wouwse Plantage, verscheen woensdag voor het eerst voor de rechter in een omvangrijke cocaïnezaak. 

Rechtbanktekening van Roger P. alias Piet Costa tijdens de zitting.Beeld ANP

Roger P. heeft in de gevangenis zijn kniebanden gescheurd bij een potje voetbal. Dat blijkt de reden dat hij in een rolstoel de Rotterdamse rechtszaal wordt ingereden. Voor de eerste keer sinds zijn arrestatie heeft hij besloten om naar de rechtbank te komen. Om te voorkomen dat rechtbanktekenaars zijn gezicht vastleggen, houdt hij de capuchon van zijn blauwe trui over zijn hoofd. Ook zijn mondkapje houdt hij op. Vorige week is hij 50 jaar geworden. In de kraag van zijn trui zit een leesbrilletje. 

Hij zal deze middag maar een paar woorden uitspreken. “Dat klopt,” zegt hij met Rotterdamse tongval als de rechtbank heeft genoemd in welke penitentiaire inrichting hij verblijft. Ook wil de rechtbank weten of zijn naam op zijn Engels wordt uitgesproken of op zijn Frans. “Is het nou Roger of Rogér?” P. antwoordt dat het Roger is. 

P. is beter bekend onder zijn bijnaam: Piet Costa. In het wereldje van cocaïnesmokkelaars geniet hij een haast mythisch imago. Daar gold Roger P. jarenlang als de kingmaker van de onderwereld: iedereen die zaken met hem deed, werd schathemeltje rijk. Het Openbaar Ministerie vermoedt dat hij jaren grote partijen cocaïne vanuit Costa Rica naar Nederland smokkelde. De zaak waar hij vandaag voor terechtstaat, Sartell, draait om twee van die transporten, in 2015 en 2016. Daarbij zou in totaal bijna vijf ton cocaïne in de havens van Antwerpen en Rotterdam zijn binnengebracht. 

Daarbij zou hij hebben samengewerkt met onder anderen de bekende crimineel Mustapha ‘Moes Amotor’ F, die niet terechtstaat. Hij zit in Marokko in de gevangenis. Nadat er in november 2017 in Marrakesh een aanslag op hem was gepleegd, werd hij opgepakt en veroordeeld voor internationale drugshandel. 

Ook een andere vermeende zakenpartner van Roger P. staat niet voor het hekje: Naima Jillal. Sinds ze op 20 oktober 2019 op de Amsterdamse Zuidas in een auto stapte, ontbreekt van haar ieder spoor. Roger P. wordt overigens niet verdacht van de aanslag op Mustapha F. noch van betrokkenheid bij de verdwijning van Jillal. In het milieu stond hij bekend als een ‘stille werker’ die niets van geweld moet hebben. 

Martelcontainers 

Dat imago is sinds het voorjaar van 2020 aan diggelen. Toen ontdekte de politie in het Brabantse Wouwse Plantage een onderwereldgevangenis met martelkamer. Beelden van dit ‘martelcomplex van de onderwereld’ gingen de wereld over. Volgens het Openbaar Ministerie was het complex gebouwd in opdracht van Roger P. ‘Ik ben normaal niet zo van deze afdeling’, zou P. in een onderschept bericht hebben geschreven. ‘Maar nu zijn er een paar... ik hoop dat ik ze kan martelen.’

Het conflict waarin P. verzeild raakte, draait om 130 miljoen euro aan cocaïneopbrengsten die door een voormalig compagnon van hem gestolen zouden zijn. Nadat Roger P. hem had ontvoerd, escaleerde de ruzie en werd op 10 mei 2020 de 25-jarige Ebrahim Azaim geliquideerd. Deze Azaim gold als een soort aangenomen zoon van Roger P. Daarop gaf P., volgens het OM, opdracht tot de bouw van de martelcontainers. 

Hij zou de opdracht hebben gegeven aan Robin van O. Ook hij is verdachte in de cocaïnezaak waar Roger P. vandaag voor terechtstaat. Van O. is ongeneeslijk ziek, zo bleek onlangs. 

In de rechtbank gaat het niet over de martelcontainers maar over coke. Nadat de rechters woensdagochtend de feiten in het deeldossier ‘Scan’ hebben doorgenomen, een zaak die draait om ongeveer 3800 kilo coke, geeft Roger P. aan dat hij graag teruggebracht wil worden naar de gevangenis. “Mijn cliënt gaat toch niks zeggen,” laat zijn advocaat Jan Hein Kuijpers weten. “En dat gaat hij gedurende het verdere verloop van de zaak ook niet doen.”