Direct naar artikelinhoud
Interview

Maarten Inghels dook voor zijn boek over oplichter Piet Van Haut te diep in het konijnenhol

Maarten Inghels stortte zich voor zijn nieuwe roman de afgelopen jaren volledig op meesteroplichter Piet Van Haut, maar dook daarbij zelf te diep in het konijnenhol. ‘Op een dag moet dit stoppen, want ik hou dit niet vol.’

Maarten Inghels.Beeld Joris Casaer

‘Ken je dat gezegde van die kikker op het fornuis?” vraagt Maarten Inghels (33). “Stop hem in een pan met heet water en hij springt er direct uit. Maar voer het vuur beetje bij beetje op en hij blijft zitten.” Hij zwijgt even. “Ik ben die kikker.”

De Antwerpse schrijver liet zich de afgelopen jaren gewillig gaarkoken door Piet Van Haut (52), de man die zichzelf tot Mirakel van België uitriep omwille van zijn schijnbaar onuitputtelijke arsenaal aan zwendelarijen. 

Hoewel hij voor miljoenen oplichtte door bij diverse banken frauduleuze leningen aan te gaan of particulieren geld af te troggelen, bracht Van Haut slechts een handvol jaren in de gevangenis door. En zelfs die opsluitingen hielden hem niet tegen. 

Toen Maarten Inghels in 2014 voor het eerst over de meesteroplichter hoorde, zat hij niet al te lekker in zijn vel. Zijn debuutroman was geen succes geworden, zijn dichtbundels verkochten matig. “Ik vond het interessant om te onderzoeken hoe zo’n meesteroplichter wél dartelend door het leven stapt.”

Een snelle zoekopdracht langs zijn profielen op het internet leerde hem dat Van Haut nog steeds in de nieuwste luxewagens rondreed en in privévliegtuigen de wereld rondvloog. Vaak deed Van Haut zich voor als miljardair, soms als directeur, maar evengoed ook als diplomaat, onderzoeksrechter, procureur-generaal, advocaat, of psychiater.

Onder die valse identiteiten slaagde hij er, onder andere, in vliegtickets ter waarde van zo’n 1.250 euro los te peuteren, onder de radar te blijven bij de politie, intieme details uit het privéleven van zijn slachtoffers te bemachtigen, en bovenal honderdduizenden euro’s op te halen bij bankdirecteuren, gefortuneerde dames of geldbeluste gelukszoekers.

Meesterlijk onderwerp

“Ik zag in Piet een meesterlijk onderwerp waar ik veel succes mee zou oogsten. Ik vond het verdacht dat nog niemand een boek over de grootste oplichter ter wereld had geschreven, maar nu begrijp ik waarom. Elke relatie met de meesteroplichter is corrupt. Niemand komt er ongeschonden uit; ik ook niet.”

Moet je zo iemand eigenlijk wel een podium geven? Ja, vond Inghels, want door zijn lange staat van dienst leest Van Hauts verhaal als een bloemlezing van Belgiës criminele geschiedenis van de voorbije decennia. “Het is hallucinant in hoeveel historische misdaadzaken zijn naam opduikt. Ik zag in Piet een Belgische Forrest Gump die overal bij betrokken was.”

Eerst worstelde Inghels zich door het gigantische persarchief en de autobiografie die Van Haut zelf op het internet gooide. Hij sprak getuigen en slachtoffers, probeerde feiten en fabels van elkaar te scheiden. In het begin ontmoette hij de meesteroplichter amper. Maar na twee jaar begon Van Haut, die hij had geïnformeerd over zijn voornemen, hem regelmatig op te bellen, soms zelfs meermaals per dag. 

Inghels: “Op den duur werd hij een soort van gekke nonkel die op de meest ongelegen momenten mijn aandacht wilde. Ik liet die telefoonterreur toe omdat ik bang was een cruciaal stukje informatie te missen. Misschien zou Piet nu eindelijk de waarheid vertellen, me een missing link toewerpen. Maar op den duur raakte ik zelf verstrikt in zijn leugens.”

Schelmentripje naar Amsterdam

Aanvankelijk wilde Inghels een sleutelroman schrijven; een coming-of-ageverhaal van een  twintigjarige schrijver en een zestienjarige oplichter, losjes gebaseerd op ware gebeurtenissen. Maar Het mirakel van België werd een auto- en metafictionele roman over de relatie van de schrijver met zijn slinkse subject. “Een true crime-thriller waarvan ik alle puzzelstukken bij elkaar probeer te sprokkelen.”

Tijdens de eerste lockdown liet Inghels zich, op zoek naar een scoop voor zijn boek, door de verveelde meesteroplichter op sleeptouw nemen naar Amsterdam. Inghels: “Ik dacht toen nog dat hij aan het rentenieren was. Maar zonder blikken of blozen begint hij daar meteen de ene na de andere nietsvermoedende passant op te lichten.” 

Na het schelmentripje naar Amsterdam vertrouwde de oplichter Inghels toe dat hij, anders dan hij voor de rechtbank en in interviews beweerde, nooit gestopt is met oplichten. “Hij is zo trots op zijn verwezenlijkingen dat hij het niet kan nalaten ermee te pronken. Hoewel hij het fantastisch vindt dat ik alles openbaar, heb ik me vaak afgevraagd of het wel een goed idee was. Uiteindelijk besloot ik dat het enkel kon als ik even nietsontziend over mezelf schreef.”

“Ik ben zo integer mogelijk te werk gegaan; dat zal mijn enige wapen zijn mocht ik me moeten verdedigen. Ik heb altijd open kaart gespeeld. Ook nu probeer ik Piet te vriend te houden, zelfs al gaat hij op een manipulatieve, beschadigende manier met mij om. Op een dag moet dit stoppen, want ik hou dit niet vol. Maar ik wil niet voor rechter of politieman spelen; ik ben slechts een schrijver die te diep in het konijnenhol gedoken is.” 

In een reactie op  Inghels’ roman en diens uitspraak dat Van Haut nog steeds zou oplichten reageert deze dat dat ‘geen correcte informatie’ is. “Dat boek staat bol van de dingen die uit de lucht gegrepen zijn; ik heb Inghels amper ontmoet. Het zou zogezegd over mij gaan, maar de schrijver heeft het vooral over zichzelf. Dat is toch triestig?”

Fictie

Maarten Inghels

Het mirakel van België’

Uitgeverij Das Mag

€24,99