Andersson voor tweede keer in week tijd verkozen tot premier van Zweden

“Zoals alle minderheidsregeringen, zullen we samenwerking zoeken met andere partijen in het parlement, en ik zie goede kansen om dat te doen,” aldus Andersson maandag. Dinsdag, wanneer haar kabinet wordt benoemd, zal ze haar regeringsbeleid in detail presenteren. De verzorgingsstaat, het klimaat en bestrijding van geweld, zullen haar prioriteiten zijn, zei de 54-jarige Andersson maandag al.

Net als vorige week verkreeg de sociaaldemocraat nipt de nodige steun van het parlement. Of eigenlijk: er waren net te weinig parlementariërs tegen haar benoeming om die te stoppen. In het 349 koppen tellende Zweedse parlement kreeg ze 101 stemmen voor, 173 tegen en 75 mensen stemden niet. Volgens het Zweedse systeem kan een premier benoemd worden door het parlement zolang er geen meerderheid tegen is.

Het zal een helse klus worden voor Andersson, die de eerder dit jaar opgestapte partijgenoot Stefan Lofven opvolgt. Met een meerderheid van slechts 100 zetels in het parlement moet ze een van de zwakste Zweedse regeringen in decennia leiden. Bovendien moet ze dat doen met een budget dat voor een deel is opgesteld door oppositiepartijen, waaronder de extreemrechtse partij Zweden Democraten.

Dat budget was de reden dat de regeringspoging van Andersson vorige week al na 7 uur klapte. Toen haar eigen begrotingsplannen onvoldoende steun kregen, nam Andersson een alternatieve, rechtse begroting aan, met steun van de Zweden Democraten. Voor coalitiepartner De Groenen was dat reden steun voor de regering in te trekken. Daarop zag Andersson zich genoodzaakt ontslag te nemen en opnieuw een stemming aan te vragen. 

Andersson zei maandag met een glimlach op haar gezicht te hopen wel tien jaar premier te kunnen blijven. Maar vooral op rechts is men cynisch. De leider van de rechtse oppositiepartij Gematigde Partij, Ulf Kristersson, noemde haar regering een ‘interim-regering’, die niet veel zal kunnen bereiken voor de verkiezingen volgend jaar september.