Direct naar artikelinhoud
Straatstijl

De stijl van Gee Ami: ‘Dat mijn bril van Gucci is, interesseert me niet’

Gee Ami.Beeld Carly Wollaert

Fotograaf Carly Wollaert portretteert mensen die met hun persoonlijke stijl de straten van Amsterdam kleur geven. Deze week: Gee Ami (63), artiest en personal trainer.

Wie Gee Ami (63), artiest en personal trainer
Gespot Aluminiumbrug

Wat heeft u aan?

“Het joggingpak is van Uniqlo. Het shirt, de spijkerjas waarop mijn naam is gelaserd en het lange colbert van Calvin Klein. Aan mijn voeten draag ik Adidas Y-3’s. De kettingen zijn Afrikaans en kocht ik omdat mijn voorouders uit Nigeria kwamen. De bril is van Gucci en het petje van Sinner.”

Waar let u op bij het shoppen?

“Mensen zijn vaak verbaasd over, of onder de indruk van, sommige merken die ik draag, maar voor mij draait het daar totaal niet om; als ik het item maar te gek vind. Als ik iets uitkies, is dat puur omdat het ­artistiek, vernieuwend of duurzaam is. Ik draag ook het liefst kleding zonder zichtbare labels. Deze bril wilde ik bijvoorbeeld alleen hebben omdat hij groen was; dat ie van Gucci is, interesseert me niet.”

Hoe zou u uw stijl omschrijven?

“Als een combinatie van rock-’n-roll en hiphop, waarin ik de balans zoek tussen streetwear en classy.”

Wat betekent stijl voor u?

“Stijl is niet iets wat je verzint, maar wat je bezit. Het maakt je persoonlijkheid af, als het puntje op de i. Als de kleding die je draagt niet bij je past, kijken mensen over of door je heen. Als het klopt, straal je en word je gezien. Ik weet precies hoe ik me zou moeten kleden om onzichtbaar te zijn, maar dat is niet wie ik ben. Lange tijd was ik gestopt met muziek maken en wilde ik het artiest-zijn ook niet meer uitdragen. Nu ik het weer heb opgepakt, straal ik weer en word ik constant aangesproken. Dat is omdat ik mijn waarheid leef. Iedereen zou dat moeten doen, anders kun je nooit shinen.”

Wat inspireert u?

“Video’s van de grote artiesten van vroeger op YouTube: Earth Wind & Fire, Marvin Gaye, The Temptations, noem maar op. ­Alles wat zij droegen, was heel zorgvuldig uitgekozen om precies dat uit te dragen wat zij wilden. Zo jammer dat artiesten van nu daar geen voorbeeld aan nemen.”

Fleur van Heezik.Beeld Carly Wollaert

Wie Fleur van Heezik (22), student fashion design aan de Gerrit Rietveld Academie, werkt in een vintagewinkel
Gespot Snoekjesgracht

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“Als een mix tussen Betty Boop en Little Bo Peep. Mijn stijl heeft een schattige en sexy uitstraling, maar wel met een rauw randje. Dat omschrijft mijn persoonlijkheid ook een beetje; ik vind het leuk om die in mijn kledingstijl tot uiting te brengen. Ik zie elke dag als een verkleedfeest waarbij ik telkens bepaal wat voor personage ik wil zijn, vaak gebaseerd op personages uit kinderfilms en cartoons.”

Wat heb je aan?

“Alles wat ik draag is tweedehands: het Little Bo Peep-achtige jarenzeventigjurkje met daaronder een bloomer en maillot, de cowboylaarzen, leren jas, tartan sjaal en accessoires. Ik spaar voornamelijk dingen uit de jaren zeventig, waar ik een heel heftige obsessie voor heb. Ik werk niet voor niets in een vintagewinkel.”

Waar komt je fascinatie voor de jaren zeventig vandaan?

“Die heeft te maken met een bepaald gevoel van nostalgie, teruggaan naar een tijd die ik nooit heb ervaren. Verzamelen zit in de familie. Mijn ouders spaarden altijd al vintagemeubels, waardoor ik van huis uit heb meegekregen tweedehands dingen te koesteren in plaats van ze te zien als oud vuil. De hunt naar iets wat niemand anders heeft kan zo’n voldoening geven. Ik doe bijna nooit iets weg. Dat geeft me de vrijheid eindeloos te kunnen spelen met verschillende looks.”

Durf je alles te dragen?

“Ik ben niet snel bang om iets te dragen en vind een reactie opwekken juist leuk. Het belangrijkste is dat ik me er mijzelf in voel. Ik deed een keer mee met een kledingruilproject, waarbij vier mensen mij een maand lang mochten aankleden met hun kleding. Het resultaat was niet per se excentrieker dan wat ik normaal gesproken draag, maar wel heel anders. Ik voelde me toen heel ongemakkelijk en had het gevoel dat ik constant werd bekeken.”

Luna Heather Frederique.Beeld Carly Wollaert

Wie Luna Heather Frederique (23), artiest, model en ­eigenaar Tree of Saba, werkt bij Patta
Gespot Nieuwezijds Voorburgwal

Wat heb je aan?

“Cargo pants. Dat soort broeken draag ik graag, omdat ze goed bij mijn lange lichaamsbouw – ik ben 1,83 meter – passen. Deze komt van Patta. De top is van ­Marjana Mariana, een merk van een goede kennis van mij. Ik draag Patta x Nike-­sneakers en de zonnebril leende ik van een stylist. De riem is van Weekday en het tasje van Von Dutch.”

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“Te allen tijde comfortabel. Dat kan iets heel straks zijn, maar ook iets baggy’s of juist een combinatie van die twee. Omdat ik wat langer ben, draag ik graag meerdere lagen over elkaar. Vaak bestaan die uit een mannenbroek, een strakkere top en daaroverheen een lange blouse. Bij mijn keuze luister ik altijd naar mijn gevoel.”

Hoe heeft jouw stijl zich ontwikkeld?

“Ik droeg altijd al wat ik leuk vond, maar voelde me vroeger niet vrij genoeg om alles aan te trekken. Ik had niet het lichaam dat je veel in de media zag. Daardoor kreeg ik het idee dat bepaalde dingen niet voor mij bestemd waren. Op een gegeven moment besefte ik dat ik mezelf wel moest omarmen; het is toch echt mijn lichaam. Inmiddels heb ik een beetje schijt aan wat anderen van me vinden. Om me heen zie ik ook steeds meer dat verschillende lichaamstypen geaccepteerd. Ik zie nu in dat het geen kwaad kan mezelf te laten zien, maar dat ik er ook voor kan kiezen dit níet te doen. Ik laat mezelf vrij in die keuze en doe waar ik me fijn bij voel.”

Waar haal je inspiratie vandaan?

“Oude foto’s van mijn familie, gemaakt in de jaren negentig – met name die op de Antillen. Mijn ouders en tante dragen daarop mooie, tijdloze designitems van ­bijvoorbeeld Jean Paul Gaultier; brillen, bikini’s en jurken die nu weer helemaal terugkomen. Dat beeld van die ­kleding in combinatie met de eilanden waarbij ik een soort warmte voel, inspireert me altijd.”

Mahziar Hakim.Beeld Carly Wollaert

Wie Mahziar Hakim (23), ­designer bij Spray Attention en ­student Amfi
Gespot Wijde ­Lombardsteeg

Wat heb je aan?

“Ik ben een voorstander van slow fashion en koop alleen upcycled, tweedehands of kleding van kleine designers. Zo draag ik een blouse en een trui die ik beide tweedehands heb gekocht bij een evenement genaamd Kledingkast. De leren jas is ­vintage, maar door mijzelf bewerkt met teksten. De ringen heb ik gemaakt van fimo-klei. Ik draag een broek van Spray Attention x Allure Studios. De sleutelhanger is van Soul Pray Kill. De ketting uit Iran, gekregen van mijn moeder, heb ik wat industriëler gemaakt door de edelstenen die erop zaten eraf te halen. De Nikes heb ik op Vinted gekocht.”

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“Enerzijds scherp en spikey, anderzijds roze en bubbly: ik hou van die mix van tegenstellingen. Vrienden hebben mijn stijl weleens vergeleken met een roze Batmobile. Ik wil mijn zachte, vrouwelijke kant laten zien, maar balanceer dit altijd uit met elementen die uitstralen dat ik met rust gelaten wil worden. Opgroeiend op plekken waar ik niet altijd geaccepteerd werd, heb ik altijd moeten ­uitkijken voor mezelf, dus dat zit er ­onbewust in.”

Waar haal je inspiratie vandaan?

“Als kind in Maleisië bracht ik veel tijd op het internet door. Videogames waren mijn toevlucht en een grote inspiratiebron. In de jaren die ik daarna in Iran doorbracht, is mijn anti-autoriteit-mindset gevormd. In deze periode heb ik geleerd altijd alles te bevragen, en dat het goed is om anders te zijn en veroordeeld te worden. Inspiratie kan ik nu overal vinden, zelfs op plekken als het openbaar vervoer of de natuur. In elk beeld wat je in je opneemt, kun je een combinatie van texturen, kleuren en composities waarnemen die op zichzelf compleet uniek zijn. Die observaties verwerk ik vervolgens in mijn stijl. Mijn moeder is trouwens ook een inspiratiebron: zij maakt al haar kleding zelf en heeft me altijd gesteund in mijn zelfexpressie.”

Firoza Mulahella.Beeld Carly Wollaert

Wie Firoza Mulahella (25), presentator en muzikant bij hiphop­label Burning Fik
Gespot Bellamyplein

Wat heb je aan?

“Ik draag laarzen van Miu Miu, een van mijn eerste vondsten op Vinted. Het jurkje met dinostekels op de rug is van Moschino en de bruine jas van Saks Potts. Het tasje van Silfen heb ik van de T.I.T.S Store, waar ik alles wel zou willen kopen.”

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“De laatste tijd een beetje à la het gezegde van Moschino: cheap en chic. Gimmicky en camp, maar dan wel damesachtig. Een beetje hoe ik me Fran Drescher aan de lsd zou voorstellen. Alleen heeft zij enorme borsten die elke outfit al afmaken; dat moet ik compenseren met iets anders.”

Wat voor shopper ben je?

“Mijn tante had vroeger een winkel en mijn moeder is koopverslaafd. Zij hebben mij gedrild om voor zo weinig mogelijk geld de beste kwaliteit te kopen. Toch ben ik vaak genoeg heel enthousiast geweest over iets dat achteraf toch zooi bleek te zijn. Dan weigerde ik het terug te brengen; ik móést er iets mee doen. Dat resulteerde in een hoop kleding. Maar nu moet ik mijn kast goed opruimen omdat ik in een tiny house ga wonen. Mijn doel is te upgraden naar alleen kwalitatief goede spullen; alles wat bagger is, moet weg. Ik had nooit verwacht dat dit mijn streven zou worden, ik dacht tot het einde maximalist te zullen zijn.”

Wiens stijl bewonder je?

“Die van Melovemealot op Instagram, vanwege haar creativiteit en onbevreesdheid. Ze knipt rustig in een gloednieuw paar Margiela’s om ze te customizen.”

Aan welk kledingstuk bewaar je extra goede herinneringen?

“Ik heb altijd één paar schoenen dat ik helemaal kapot draag. Als die op zijn, is dat een groot verlies. Zoals mijn knal­oranje clownschoenen van Oilily, echt mijn favorietjes. Op een dag hield ik mijn voeten boven een kampvuur en smolt de halve zool weg. Alles liet los. Ze bij het grofvuil zetten, deed echt pijn; ik mis ze nog steeds.”

Reyer Romkes.Beeld Carly Wollaert

Wie Reyer Romkes (22), student fashion and branding
Gespot Centraal Station

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“Erg donker óf een soort neonwonderland. Ik zie mijn stijl als een sculptuur. Ik focus heel erg op vorm, die ik opbouw door laagjes over elkaar heen te draperen.”

Hoe is jouw stijl ontstaan?

“Als tiener was ik vooral geïnteresseerd in swag-achtige streetwear, zoals BAPE en Supreme. Maar door de blogs op Tumblr begon mijn interesse in ­kleding pas echt. Ik zag er foto’s van een collectie van Raf Simons met een heel sicke synthetische stof, neonkleuren en teksten met verwijzingen naar consumentisme. Ook outfits met zwarte laagjes trokken mijn aandacht, al wist ik niet precies wat daarachter zat. Een trip naar Tokio was het omslagpunt voor mij. Waar je in Nederland vooral streetwearlabels had, had je daar allerlei jonge ontwerpers die deze stijl van geconstrueerde zwarte laagjes vormgaven. Mijn eerste items heb ik daar gekocht. Heel geleidelijk heb ik die uitgebouwd tot mijn stijl zoals ie nu is.”

Wat heb je aan?

“Ik draag een jas van Ted Lapidus, gekocht in een tweedehandswinkel in Rotterdam. De stropdas is van de kringloop. De jurk is van Ann Demeulemeester, mijn favoriete ontwerper. Om mijn heupen heb ik een van mijn bijzonderste vondsten geknoopt: een cardigan uit een tweedehandswinkel in Tokio. De schoenen zijn van & Other Stories. Het petje is van Episode. De meeste accessoires komen van marktjes in Berlijn en het Waterlooplein, maar de armband van Parts of Four kreeg ik van mijn vrienden voor mijn verjaardag, op initiatief van mijn vriendin.”

Voel je je vrij je te kleden zoals je wilt?

“Helemaal. Daar heb ik wel naartoe moeten werken, bijvoorbeeld als het gaat om het dragen van jurken. Dat vond ik supervet, maar het heeft lang geduurd voordat ik dat durfde. Nu hoop ik mensen te kunnen laten zien dat kleding maar stukken textiel zijn en dat ze zich er niet zo druk om moeten maken.”

Lyanne Wiersema.Beeld Carly Wollaert

Wie Lyanne Wiersema (21), stylist
Gespot Overtoom

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“Een outfit zie ik als een verzameling van kleuren en structuren, die elke dag een ander persoon kunnen voorstellen. Qua stijl kan het dus erg uiteenlopen: van een groovy seventieslook tot een oversized geheel. Of het geheel leuk is, vind ik belangrijker dan hoe iets zit. Zelfs als je je kleding als een bergje op de grond ziet liggen, moet het al wat zijn.”

Wat heb je aan?

“Ik draag een nineties-popcorntop, tweedehands gekocht in Barcelona. Ik heb hem ingeknipt, zodat ik hem op verschillende manieren kan knopen. Daarover draag ik een blouse van het Waterlooplein en een vest van Adidas x Lotta Volkova, ​een van de weinige dure dingen die ik ooit heb aangeschaft. Bijna alles wat ik draag kostte minder dan twee euro. De broek is van Schueller de Waal en kun je op verschillende manieren verstellen. De schoenen zijn vintage, gekocht bij Penny Lane. Ik draag een trenchcoat van ​Ragtime Vintage Sauvage, een winkel die oude ​theaterkostuums verkoopt. Hij werd gedragen door dansers in een operavoorstelling. De tas kocht ik bij een Friese kringloopwinkel. Ik heb er een oude Tamagotchi aangehangen. Mijn sieraden komen ook vooral bij de kringloop vandaan. Ik draag onder meer een sleutellabel en een mondharmonica als oorbellen. Het armbandje heb ik van mijn oma gekregen en doe ik nooit af.”

Wat heb je geleerd over stijl?

“Vroeger was ik ​onzekerder en was ik me te bewust van wat ik aandeed. Ik wilde niet te veel opvallen, maar ook niet inblenden. Dat gaf een soort error in mijn hoofd. Ik zag kleding als een hoesje van mijn ziel, iets wat uitleg gaf van mij nog voordat ik iets kon zeggen. Nu begrijp ik dat het allemaal niet zo veel uitmaakt. Wat je ook aantrekt, je zit er zelf nog altijd onder. Morgen is er weer een dag en trek je gewoon weer wat anders aan.”

Agnes ­Montecinos Muñoz.Beeld Carly Wollaert

Wie Agnes ­Montecinos Muñoz (25), ­stylist, model en storyteller
Gespot Anton de ­Komplein

Wat heb je aan?

“Ik draag een vintage bruine leren jas en laarzen waarvan de veters ook door de hak lopen. De hoed is van Quasi Modo en gemaakt van een tweedehands suède rok. Het broekpak met ritsen is van Dearhunter. In mijn oren draag ik gecustomizede gouden oorbellen van Melody Ehsani, waarop mijn achternamen staan, en hartjesoorbellen met de vlag van Curaçao; het land waar mijn moeder vandaan komt.”

Wat trekt jou aan tot een kledingstuk?

“Herkenning. Die zit meestal in een gevoel dat ik ergens bij krijg of een associatie die ik ergens bij heb. De jas die ik nu draag, trok bijvoorbeeld mijn aandacht omdat hij me deed denken aan de leren jassen die Alicia Keys droeg in het begin van haar carrière. Zij is een queen voor mij.”

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“Als een in elkaar geflanst kunstwerkje dat ik trots en zelfverzekerd draag. Als stylist vertel ik verhalen met behulp van kleding. Mijn stijl evolueert constant en omvat zoveel dat het niet in woorden te vangen valt. Ergens reflecteert mijn stijl ook de vrouwen naar wie ik opkijk: mijn zussen en vriendinnen, maar ook vreemden op straat of artiesten. Mijn vrolijke persoonlijkheid vertaalt zich vaak naar veel kleur. Kleur werkt therapeutisch: als ik me niet goed zou voelen, zou ik me niet snel verstoppen in zwart, maar kleurrijke items dragen. Die boosten mijn stemming.”

Wat inspireert je?

“Het leven: eten, kunst, culturen, muziek, natuur, film, composities, de straat, jongeren, mensen van kleur. Zwarte mensen zijn naar mijn mening de échte smaakmakers, zij zijn de starters van alles wat dope wordt. Ze blazen met hun energie veel puurheid in het leven. Ook een bron van inspiratie: de kunst om dicht bij mezelf te blijven. En het verbreden van mijn visie, op basis van de plekken waar ik kom en de gesprekken die ik voer.”

Paul Egbert Knapper.Beeld Carly Wollaert

Wie Paul Egbert Knapper (19), loopt stage bij broedplaats Koel310
Gespot Java Skatepark

Wat heb je aan?

“Mijn nieuwe favoriete blouse met Tarzan erop en Dr. Martens die mijn vrienden clownsschoenen vinden, maar waar ik echt heel blij mee ben. Alles behalve de schoenen en sokken heb ik gevonden op Vinted of in tweedehands­winkels. Mijn sokken zijn van de Hema. Sokken vind ik het belangrijkste onderdeel van een outfit: als ze niet bij de rest passen, kun je je maar beter omkleden. De spijkerjas met allerlei patches, buttons en tekeningen is een soort kunstwerk van mezelf. Ik ben er al vier jaar mee bezig.”

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“Mensen willen mij vaak in het hipster- of hippiehokje plaatsen, maar ik zeg altijd dat ik een creatieveling ben en me gewoon kleed zoals ik me wíl kleden. Het is bijna altijd kleurrijk. Gendernormen interesseren me al een tijdje niet meer en dat heeft de mogelijkheden voor wat ik draag verbreed. In een lange rok voel ik me buitenshuis nog niet even comfortabel, maar onlangs heb ik voor het eerst een croptop aangetrokken naar een feestje en dat voelde heel fijn. Voor mijn ouders is dat soms even wennen. Van mijn moeder weet ik dat ze het uiteindelijk wel tof vindt, maar mijn vader kan nog weleens zuchten als hij me in zoiets ziet.”

Hoe heeft je stijl zich ontwikkeld?

“In de tweede klas was ik meer een skater en droeg ik een beetje wat anderen droegen. Toen ik bleef zitten, veranderde dat. Ik dacht: ik zie mijn schoolgenoten over drie jaar sowieso niet meer, dus wat boeit het eigenlijk wat zij van me vinden? Dit leidde wel tot wat commentaar. Op mijn vervolgopleiding media & vormgeving, waar het vol zit met creatievelingen, werd vooral positief gereageerd. Dat werkte motiverend. Sindsdien is mijn stijl veel kleurrijker geworden.”

Leila Abazine.Beeld Carly Wollaert

Wie Leila Abazine (22), student ­fotografie
Gespot Oosterpark

Wat heb je aan?

“Sandalen van Camper en kousen van TYT M8. Het rokje is van een vlooienmarkt, het korset van Vivienne Westwood en de top eronder is vintage. De Hello Kitty-tas is tweedehands, de handgemaak­te beanie kocht ik op fashion marketplace Depop, van een meisje met de username ringo111. De ketting is van Dolce & Gabbana.”

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“Mix en match. Ik draag veel verschillende patronen en kleuren en werk mijn outfits tot in detail uit. Ik wil dat het geheel fun is, maar ook stylish. Soms wil ik een verhaal vertellen en is mijn stijl best theatraal. Ik hou ervan schattige dingen te dragen en mijn favoriete kleur is roze. Inspiratie kan uit van alles komen: de natuur en films, maar ook uit kleurrijke, vrolijke cartoons met gekke verhaallijnen, zoals Adventure Time. Die wil ik recreëren in mijn outfits.”

Wat betekent stijl voor jou?

“Het geeft me de mogelijkheid mezelf uit te drukken zonder te praten. Ook kan stijl me zelfvertrouwen geven of me laten glim­lachen als ik in de spiegel kijk. Het geeft niet of anderen het mooi vinden, het gaat om het gevoel dat ik ervan krijg.”

Is je stijl door de jaren veel veranderd?

“Ik heb allerlei fases gehad, maar wilde op heel jonge leeftijd al anders zijn. Ik weet niet precies waar dat vandaan kwam, ik denk dat ik een beetje zo geboren ben. Het begon al in de kleuterklas: ik moest en zou zelf mijn kleding uitkiezen. Ik had een obsessie met monochrome looks en dan vooral geheel roze. Regelmatig ging ik ook verkleed over straat, als lieveheersbeestje bijvoorbeeld. Ook kon ik er, omdat ik de stijl van mijn tienerzussen kopieerde, al vroeg heel volwassen uitzien. Verder heb ik een compleet zwarte fase gehad toen ik veel naar technofeestjes ging. Hello Kitty is er alle jaren geweest en op dit moment ga ik weer terug naar mijn roots: de stijl die ik als klein meisje had.”

Monica Oud.Beeld Carly Wollaert

Wie Monica Oud (50), dj en tatoeëerder bij Ink & Intuition
Gespot NDSM-werf

Hoe zou u uw stijl omschrijven?

“Mijn doel is uniek zijn; ik ben altijd op zoek naar dingen die andere mensen niet hebben. Mijn grootste nachtmerrie is dat iedereen er hetzelfde uitziet. Ik voel me thuis in undergroundculturen en dat uit zich in mijn stijl. Daarnaast hou ik van contrasten in mijn uiterlijk: mijn haar, make-up en tattoos vrij wild, maar daarbij dan bijvoorbeeld een wat conservatieve pantalon en een colbert met krijtstreep. Een regenboogpak zou ik niet zo snel aantrekken, dat vind ik too much. Eigenlijk ben ik nogal introvert. Dat ik me excentriek kleed, doe ik dan ook niet voor anderen, maar puur omdat ik me er goed bij voel.”

Wat heeft u aan?

“Ik draag hakken van United Nude en een armband van Breathcatchers. Het zijn beide Nederlandse merken. Dat vind ik extra leuk omdat Dutch design me niet vaak aanspreekt, maar ik graag lokale ontwerpers support. Het broekje van Red by Marc Ecko kocht ik in San Francisco, de top is van het skatemerk SRH. De ketting kocht ik in Egypte en de oorbellen zijn deels custom ontworpen stuks van de eerste piercing-shop in Amsterdam, Body Manipulations.”

Hoe heeft uw stijl zich ontwikkeld?

“Ik was altijd al een weirdo. Op de lagere school kon ik al niet zo goed tegen ‘erbij horen’. In de jaren tachtig kwamen muziek­stijlen als new wave, gothic rock, punk en metal op en daar vond ik een beetje mijn ding in. Later kwam daar ook hiphop bij. Mijn stijl was vrij donker. Er anders uitzien maakt je leven niet per se makkelijker, vooral als je jonger bent. Maar dat vond ik geen reden om ermee te ­stoppen. Het is een belangrijk onderdeel van mij, en je kunt toch nooit iedereen pleasen. Na mijn dertigste werd roze mijn go-to kleur. Het staat me goed en ik vind dat het vriendelijke een leuk contrast vormt met mijn tattoos en piercings. Het maakt me wat meer benaderbaar.”

Bonne Steinz.Beeld Carly Wollaert

Wie Bonne Steinz (25), illustrator en student animatie aan de Willem de Kooning Academie
Gespot Hortusplantsoen

Wat heb je aan?

“Het merendeel van wat ik draag is tweedehands. Soms beland ik toch bij een fast fashion-keten, omdat ik specifieke items zoek die vintage lastiger te vinden zijn. Ter compensatie draag ik die dan wel weer heel ‘slow’: alles wat ik koop, gaat lang mee. Leuke sokken zijn voor mij onmisbaar. Ik heb zo’n negentig paar.”

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“Als de fantasiewereld in mijn hoofd, ­uitgedrukt in kleding. Alle gekheid moet kunnen, maar wel met een bepaalde balans in de kleuren en patronen. Een rode broek draag ik niet met rode sokken, tenzij ik compleet in het rood gekleed ga.”

Is jouw stijl altijd zo kleurrijk geweest?

“Zeker niet. Rond mijn negende had ik een gothicfase met studs, spikes en heel veel zwart. Op een gegeven moment kwam er een omslag. Ik begon steeds meer kleur te dragen, thuis. Buitenshuis ging dat een stuk langzamer: eerst alleen gekleurde sokken, later meer. Uiteindelijk verspreidde kleur zich als een virus.”

Waar haal je je inspiratie vandaan?

“Nostalgie en mijn fantasie zijn voor mij grote inspiratiebronnen, net als Pipo de Clown, de liefde van mijn leven. En, nog belangrijker: de illustraties van Carl Hollander, met als favoriet die in Spaghetti van Menetti en Pippi Langkous. Een beetje victoriaans, met gekke mantelpakjes met streepjes en stipjes, toeters en bellen. Die illustraties hebben mijn liefde voor zulke kleding in mij wakker gemaakt.”

Heb je een kledingtip?

“Volwassenen die in de knoop zitten met hun innerlijke kinderlijkheid zou ik graag willen meegeven dat ze best wat lol mogen hebben en niet bang hoeven te zijn die kant van zichzelf te laten zien. Doe eens een bloemetje op je jas of wat glitter op je gezicht. Waarom zou dat na een bepaalde leeftijd niet meer kunnen?”

Melle Homminga.Beeld Carly Wollaert

Wie Melle ­Homminga (22), medewerker bij filmtheater de Uitkijk en vocalist
Gespot Westerpark

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“Dynamisch. Ik verwerk in mijn outfits graag contrasten die misschien niet heel vanzelfsprekend zijn, maar waarvan ik denk dat ze werken.”

Wat draag je nu?

“Een blouse gemaakt door Tim Christiani, een goede vriend van me. Hij heeft ook deze spencer bewerkt. De broek heb ik van mijn huisgenoot gekregen en komt van het Waterlooplein. De Nikes zijn van de kringloop. Daar koop ik bijna al mijn kleding. De pet is van een souvenirwinkel op Texel. De Pradabril en Swarovski-oorbel komen van De Ruilhoek, de laptoptas van de Berlijnse kringloopwinkel Humana.”

Waar haal je inspiratie vandaan?

“Van oplettend kijken en luisteren, overal waar ik ben. Muziek kan bijvoorbeeld een gemoedstoestand opwekken die je kunt vertalen naar kleding.”

Voel je je vrij om je te kleden hoe je wilt?

“Ja, helemaal, maar ik denk wel dat ik geluk heb dat ik die vrijheid ervaar. Op de middelbare school luisterde ik al erg naar mijn eigen gevoel, hoewel ik niet altijd sociaal geaccepteerd werd. In het begin was dat wel lastig. Als ik nagellak of roze Allstars droeg, konden klasgenoten dat niet hebben, maar dat gaf ook wel een soort kick. Wat hielp was dat ik vrienden had die ook bezig waren zichzelf te ontdekken en dat vertaalden naar kleding. Dat gaf een soort vangnet, waardoor ik me comfortabeler voelde te experimenteren.”

Heb je een favoriet kledingstuk?

“Hoofddeksels. Omdat die een goede toevoeging kunnen zijn aan een outfit, op een speelse, nette of grappige manier. Je kunt je er ook onder verstoppen. Mijn huidige favoriet komt van een kringloop in Friesland: een groene pet van Arriva. Op de klep staan twee puntjes. Dat vond ik al een sick detail, maar mijn vriendin ontdekte later dat het een lampje was. Geweldig om dat plotseling aan te zetten in de club!”

Jack Dowdall.Beeld carly wollaert

Wie Jack Dowdall (25), sales assistant bij Size?
Gespot Eggertstraat

Wat heeft u aan?

“Ik draag cowboylaarzen van Taft, die denk ik tot aan het graf bij mijn stijl zullen horen. Het tweedelige pak is vintage Armani, gecustomized door Osso Archive. Die creëren met hun vernieuwende silhouetten een alternatief genre in tailoring. Mijn tattoos zie ik eigenlijk ook als onderdeel van mijn outfit en laat ik graag zien door tanktops te dragen. Zoals deze, die ik ergens op de vrouwenafdeling heb gekocht.”

Hoe zou u uw stijl omschrijven?

“Ik groeide op in een klein dorpje in Ierland, waar men niet heel ruimdenkend is op het gebied van mode. Ook daar had ik al een eigen stijl, maar mijn ideeën kregen pas echt vorm nadat ik hierheen was verhuisd. Ik noem mijn stijl soms een freestyle frenzy, omdat ik er heel uiteenlopend uit kan zien. Mijn gebruikelijke streetwear begin ik nu bijvoorbeeld te mixen met een wat meer westernachtige stijl. De ultieme balans heb ik nog niet gevonden, maar dat zal wel gebeuren de komende tijd.”

Wat inspireert u?

“In eerste instantie mijn ouders. Mijn vader kleedde zich als een oldschool Amerikaanse gangster met wijde pakken, en mijn moeder chique, in nauwsluitende jurken. Ik vond het geweldig om door hun oude foto’s te bladeren. Meer recent hebben prominente figuren in de rap- en r&b-scene mij geïnspireerd. Zoals Playboi Carti, met een vooruitstrevende genderloze stijl; daarmee wordt het gat tussen masculien idealisme en feminisme gedicht. Dat is ook wat ik probeer te doen.”

“Onlangs was ik na lange tijd terug in mijn geboortedorp en ging ik expres all out met mijn kleding. Dit leverde wat geschokte reacties op, maar die bogen al snel om naar positievere. Ik denk dat er bij sommigen zelfs een zaadje is geplant om meer buiten de hokjes te experimenteren.”

Mila van der Linden.Beeld Carly Wollaert

Wie Mila van der Linden (28), ­vocalist en filmmaker
Gespot Dappermarkt

Wat heeft u aan?

“Ik hou van matchende setjes met extreme prints. Deze set is van Miaou, een merk met goed passende kleding voor mijn curvy, lange lichaam. De blouse met tijdschriftcovers is van Guilty Parties. Ik draag heel lekker zittende laarzen die ik in een cowboywinkel in Santa Barbara kocht tijdens een roadtrip met mijn moeder. Mijn ringen en kettingen heb ik door de jaren heen verzameld, ik doe ze nooit af. Het tasje is vintage, van Fendi, en de zonnebril is van Gucci. Gekocht nadat ik mijn lievelingsbril in een Uber in LA heb laten liggen. Daar baal ik nog steeds van.”

Hoe zou u uw stijl omschrijven?

“Uitgesproken. Ik draag vaak gedurfde combinaties van kleuren en prints, die toch een kloppend geheel vormen. Ook heeft mijn stijl iets weg van een gangster uit LA of een casinobaas uit Vegas – maar dan wel de vrouwelijke versie.”

Hoe heeft uw stijl zich ontwikkeld?

“Op de basisschool trok ik al kleren aan die bij anderen in de verkleedkist zaten. Daar werd ik wel een beetje om gepest, maar toch trok ik op de eerste schooldag van mijn nieuwe school een rode en een paarse laars aan. Van daaruit ontwikkelde mijn stijl zich organisch: van britpop, indie en new wave tot emo kid en scene queen, en later een americana-vibe. Saint Martins, de school in Londen waar ik naartoe ging, heeft ook bijgedragen in mijn ontwikkeling. Iedereen was daar extreem uitgesproken. Heel inspirerend.”

Voelt u zich vrij om te dragen wat u wilt?

“Ja, al vind ik de Amsterdamse doe-maar normaal-dan-doe-je-al gek-genoeg-mentaliteit soms lastig. In Londen kun je een bizarre outfit dragen in de bus, niemand boeit het. Ook in LA ging ik elke dag all out. Dat wordt hier minder gestimuleerd, en in coronatijd zijn we ook wat luier. Soms style ik mezelf daarom bewust. Van een joggingbroek word ik niet gelukkig.”

Beppy ‘Broodje’ ­Viergever.Beeld Carly Wollaert

Wie Beppy ‘Broodje’ ­Viergever (60), theatertechnicus en beroeps­vrijwilliger
Gespot Volkerakstraat

Hoe zou u uw stijl omschrijven?

“Geïnspireerd op de punktijd, maar bovenal autonoom.”

Wat heeft u aan?

“De jas, die dubbelzijdig te dragen is, is een van mijn vele eigen creaties. Alles wat punk vertegenwoordigt zit erin, van het debuutalbum van de Sex Pistols tot ­veiligheidsspelden en ritssluitingen. De blouse heb ik met bleek behandeld en de broek is van de legerdump. De laarzen zijn een ontwerp van mij, uitgevoerd door een schoenmaker genaamd Santulli, die prachtige orthopedische schoenen maakt. De ketting met kruis draag ik absoluut niet om religieuze redenen, maar naar het voorbeeld van Black Sabbath, de eerste band waar ik fan van was.”

Hoe heeft uw stijl zich ontwikkeld?

“Ik groeide op in een strenggelovig pleeggezin en ik merkte toen al dat ik anders wilde zijn, maar ik kreeg de vrijheid niet. Toen ze mij niet meer in de hand konden houden en ik in een weeshuis belandde, begon het ontdekken wie ik was pas echt. Ik kwam in aanraking met allerlei seksuele geaard­heden, nationaliteiten en muziek. Op televisie zag ik hoe Johnny Rotten van de Sex Pistols op tafel sprong, en toen zei ik: ‘Dit wil ik zijn!’ Later ontmoette ik iemand die me wegwijs maakte in de punk, en toen ging het los.”

Heeft u deze stijl sindsdien altijd gehad?

“Toen mijn zoon jong was, heb ik uit bescherming mijn stijl ingetoomd. Ik weet hoe het is om gepest te worden en wilde niet dat hij door zijn klasgenoten zou worden beoordeeld om mij. Later ben ik mijn verleden gaan onderzoeken: hoe belangrijk was die punktijd nou echt? Online las ik dat die periode een grote impact heeft gehad op velen; het was een tijd van acceptatie. Toen ben ik stapje voor stapje weer mijn spijkerbroeken kapot gaan maken en mijn haar gaan verven. Dat is tot nu toe hetzelfde gebleven.”

Chachi Telfer.Beeld Carly Wollaert

Wat heeft u aan?

“Ik draag heel graag laarzen, deze zijn van Bronx. De broek – de achterkant kun je dicht rijgen als een korset – komt van de markt en is eigenlijk voor vrouwen, net als mijn jas. Ik let er niet op of iets voor mannen is: als het maar past. En vaak past vrouwenkleding, omdat ik best petit ben. De singlet is van Primark.”

Hoe zou u uw stijl omschrijven?

“Veelzijdig. Met mijn stijl laat ik meerdere persona’s zien. Vandaag is dat een soort cowboy uit Texas. Veel van wat ik draag heeft een jarenzeventigvibe. Een tijd waarin mannen het meest vrij waren in hun stijl: er werden schoenen met hakken gedragen, high-waisted broeken, en tot de middel opengeknoopte blouses. Vrienden van mij zeggen weleens ‘er Chachi uitzien’ om iemands look te omschrijven. Dat is meer een gevoel dan een stijl. De kernwaarden zijn relaxed, cool en jezelf zijn. Dat is wat ik in ieder geval wil uitstralen.”

Wat hoort absoluut in uw garderobe?

“Pantalons. Ik dacht eerst dat ik me alleen chill zou kunnen voelen in een joggingbroek, tot ik deze broeken ontdekte. Heel comfortabel en met een singlet de beste combinatie: simpel, supermooi en clean.”

Waar haalt u inspiratie vandaan?

“Van vrienden, artiesten als Prince en iedereen die zijn eigen ding doet. Van @osso.archive op Instagram, een merk van vrienden, vanwege de vernieuwende manier waarop zij kleding stylen, customizen en maken. En tot slot: van de fashion-scene in Ghana en Zuid-Afrika, die eindelijk iets meer erkend wordt in het Westen.”

Heeft u een shoptip?

“Koop alleen dingen waarvan je zeker weet dat je ze echt wilt hebben. Het is beter één tijdloos item te hebben dan vijf leuke voor een jaar. Ik heb niet zoveel kleding, maar wat ik heb vind ik in ieder geval echt hard. Daardoor weet ik ook: wat ik ook uitkies om aan te trekken, het is altijd iets moois.”

Jackson Romanov.Beeld Carly Wollaert

Wat heeft u aan?

“Een overall die ik in veel kleuren heb, voor 15,95 euro gekocht op een site voor werkkleding. Het Ajax-sjaaltje van Lotte Vos is ontworpen door mijn dochter Mor­rison. Zoals gewoonlijk draag ik Vans en onmisbaar zijn de rode lippen en Chanel No. 5. Dat flesje heb ik zelfs getatoeëerd in mijn nek, dan weet je waar ie moet.”

Hoe zou u uw stijl omschrijven?

“Los, relaxed en eigen. Ik vond het zo ­vreselijk dat ik door mondkapjes geen lippenstift op kon, het voelde niet compleet. Gelukkig had ik mijn tatoeages nog, die ook een bepaalde indruk maken. Al draag ik een spijkerbroek, shirt en gympen, dan krijg ik nog steeds te horen dat ik er te gek uitzie. Daar moet ik altijd een beetje om lachen, want eigenlijk stelt het niks voor. Is dit niet wat de hele wereld draagt?”

Reageren mensen altijd positief op u?

“Over het algemeen wel. Mensen kunnen me op het eerste gezicht ook een onaardige, heftige of ­pittige vrouw vinden, maar dat heeft misschien met mijn scherpe tong te maken. Als ze me beter leren kennen, komen ze erachter dat ik een heel aardig en emotioneel mens ben.”

Wat vindt u van het huidige modebeeld?

“Ik denk dat mensen niet meer zo individueel zijn, het lijkt of ze niet zo durven. Ze kijken heel erg naar wat er op social media wordt gedragen en trekken dat dan maar aan, ook al staat het ze totaal niet. Ook veel mensen uit de best progressieve generatie waarin ik ben opgegroeid met drugs, punk, kraken en demonstraties, zijn saaie mussen geworden. Ik zou in Amsterdam meer echte paradijsvogels willen zien.”

Wat betekent stijl voor u?

“Stijl heb je, en als je dat niet hebt, volg je de mode. Ik denk er nooit zo over na. Toen ik op mijn 8ste op schoot zat bij mijn opa, een oude zeeman met getatoeëerde armen, wist dat ik getatoeëerd zou worden later. Ik vond dat zo mooi bij hem.”

Leonore Boeke.Beeld Carly Wollaert

Wie Leonore Boeke (24), ontwerper
Gespot Rijksmuseum

Wat heb je aan?

“Ik draag vintage cowboylaarzen die ik erg leuk vond omdat je ze niet gauw ziet met neongroen. Ik stond op het punt de broek weg te gooien en trok hem nog één keer aan om te klussen; vol verfvlekken bleek hij toch erg leuk. De overhemden komen uit een kringloopwinkel in Londen, daaronder draag ik een oude sporttop.”

Waar komt je mode-interesse vandaan?

“Van jongs af aan maakte ik kleding voor mijn poppen; rond m’n negende leerde ik werken met een naaimachine. Dat werd nog weleens suf gevonden – of mensen namen aan dat ik geen geld had om kleren te kopen. Maar tegenwoordig is het supercool om zelf dingen te maken. Ook van jongens wordt het steeds meer geaccepteerd. Dat vind ik de allerleukste shift in denkwijze van deze tijd.”

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“Heel eclectisch. Zelfgemaakt, vermaakt of tweedehands, van sportkleding tot op maat gemaakt. Sinds kort experimenteer ik ook met make-up. Ik vind het interessant om te zien hoe kleuren op elkaar kunnen ‘antwoorden’ en wat make-up kan bijdragen aan een outfit. Ik draag voornamelijk wijde mannenkleding. Daar kan ik me juist extra vrouwelijk en krachtig in voelen. Maar ik kan ook een heel mooie bloemetjesjurk dragen. Spelen met dit contrast vind ik heel leuk; met kleding kun je beïnvloeden hoe mensen je zien en ontvangen. Ik hou ervan mensen in de war te brengen zodat ze me niet in een hokje weten te plaatsen. Want wie wil er nou voorspelbaar zijn?”

Waar haal je inspiratie vandaan?

“Heel cliché, maar van de straat. Niet zozeer van wat andere mensen dragen, maar van kleurcombinaties en materialen die ik tegenkom. Bouwplaatsen zijn wat dat betreft favoriet: ze omvatten vaak ook hoe mijn looks zijn samengesteld: een contrast van natuurlijk en aards aan de ene kant en kunstmatig en neon aan de andere.”

Boy Visser.Beeld Carly Wollaert

Wie Boy Visser (23), maakt deel uit van rapduo Baby Boys
Gespot Henrick de Keijserstraat 

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“Vandaag niet zozeer, maar meestal is mijn outfit een rustig geheel met één item dat eruit springt. Denk aan een compleet zwarte outfit, met roze schoenen of iets met een gekke print erbij. Ik hou erg van Japanse merken vanwege de mooie wijde silhouetten, maar ik ben zo groot dat veel daarvan niet bij mijn lichaam past. Onmisbaar voor mij zijn goeie basics. Ik heb wel een miljoen effen zwarte of witte shirts, die ik overal onder draag.”

Wat heb je aan?

“De open sneakers, eigenlijk sandalen, zijn een samenwerking tussen Keen en Beams. Ik had het geluk ze te vinden op een Japan­se variant van Ebay. Ik draag een broek van Paria Farzaneh en een blouse van Needles, allebei online gekocht. De Stone Island-jas komt van Marktplaats, de tas is van Nike en de bril van Nes Optiek.”

Waarom draag je veel merken?

“Ik heb over het algemeen een dure smaak, maar het is niet zo dat mijn hele kast hiermee volhangt. Het gaat me ook niet om het merk. Goede kwaliteit en de manier hoe iets valt vind ik het belangrijkst, en vaak hangt daar een bepaald prijskaartje aan.”

Zag je er vroeger heel anders uit dan nu?

“Wat ik vroeger droeg, zou ik nu nooit meer dragen: skinny jeans, snapbacks en legoblokken aan mijn broek geplakt. Heel swag, dat waren gekke tijden. Ik wilde altijd de sickste Nikes hebben. Geleidelijk aan veranderde dat en nu focus ik er meer op dat het gehele plaatje klopt.”

Wiens stijl vind jij tof?

“Die van mijn collegarapper Baby Milo. Hij kan gek uit de hoek komen met iets lijps. De ene dag heeft hij roze haar, de volgende een pony en een matje. En zijn kledingstijl is gewoon top – mooie stijlvolle stukken, vaak van Prada, die hem ook heel runway-achtig staan omdat hij een lang, slank lichaam heeft.

Meer Straatstijl?

Lees hier eerder edities over Amsterdammers met een bijzondere stijl.