Direct naar artikelinhoud
Portretten

Na Amsterdam lopen zij ook de marathon van Rotterdam: ‘Ik dacht: waarom niet?’

Nyash Laan.Beeld Daniel Cohen

Na de Marathon van Amsterdam afgelopen weekend, zijn er fanatieke hardlopers die dit weekend nog een keer de fysieke slijtageslag met zichzelf aangaan. In Rotterdam.


Nyash Karanja Laan (49)

“De marathon van Amsterdam was geweldig. Het was mooi om na zo’n lange periode eindelijk weer te kunnen lopen. Vanaf het eerste moment had ik het gevoel dat ik een goede tijd zou lopen. Het streven was 4.40 uur en uiteindelijk kwam ik binnen op 4.39! Het is altijd mooi als je dan ook nog eens nét wat sneller binnen bent. 

Dit is inmiddels mijn achtste marathon. Ik heb onder meer in Rotterdam, Almere en New York gelopen. Het is belangrijk voor mij om gewoon in een lekker rustig tempo te rennen. Vroeger liep ik heel erg competitief. Als ik dan geblesseerd raakte of mijn tijd niet haalde, werd ik ontzettend boos. Omdat ik slechtziend ben, heb ik inmiddels begeleiders die mij vertellen het wat rustiger aan te doen. Hierdoor is het ook een stuk makkelijker om in zo’n korte tijd aan twee marathons deel te nemen. Nu loop ik ook met veel meer plezier. 

Ik moet zeggen dat ik, omdat ik bijna niks zie, Amsterdam een wat lastigere looproute vind dan Rotterdam. In Amsterdam heb je namelijk allemaal van die tramrails waar je in kan blijven haken. In sommige gevallen moet ik dan even de hand vasthouden van mijn begeleider. Die helpen me er dan doorheen. Nu ben ik helemaal klaar voor Rotterdam. Ik heb net mijn laatste training erop zitten: 9 kilometer gelopen. Eigenlijk heb ik ook helemaal geen last van spierpijn: ik voel me fit en ik heb er zin in.”


Daan Huijser (50)

Daan Huijser.Beeld Daniel Cohen

“Het was weer super leuk om in Amsterdam mee te lopen. Zelf ben ik pacer. Dat houdt in dat ik renners begeleid tijdens de race, vooroploop in de groep en het tempo waarin gelopen wordt moet bepalen. Het is mijn doel mijn groep te motiveren en van adviezen te voorzien. Dat doe ik bijvoorbeeld door het publiek zo nu en dan even op te zwepen. ‘Applaus voor deze marathonkanjers,’ roep ik dan bijvoorbeeld. 

Inmiddels loop ik deze marathons puur voor het begeleiden en het plezier. Het vereist wel focus. Je moet ervoor zorgen dat je niet te snel loopt, want dan weet je dat je groep het uiteindelijk heel zwaar gaat krijgen. Het is mooi om te zien dat je mensen naar de finishlijn helpt. Omdat je als pacer niet in een competitief tempo loopt, is het lopen van een tweede marathon in zo’n kort tijdsbestek ook wel realistisch. Daarbij is het natuurlijk voor mij ook erg belangrijk om een goede conditie te hebben. Anders kan ik nooit zo’n groep begeleiden. 

Hoewel ik Amsterdammer ben, moet ik bekennen dat Rotterdam voorheen een leukere marathon was. Je merkt dat er in Amsterdam niet altijd evenveel begrip voor de marathon was. Bewoners hadden last van hinder omdat de weg werd afgezet. In Rotterdam wordt er echt wekenlang naartoe geleefd. De laatste jaren merk je wel dat de populariteit ook hier in Amsterdam toeneemt hoor. Inmiddels kan je de marathons wel als gelijkwaardig beschouwen.”

Mohammed Zemouri (50)

Mohammed Zemouri.Beeld Daniel Cohen

“Geweldig dat het weer kan. Ik liep altijd veel marathons in Nederland. Niet in het buitenland hoor; je moet prioriteiten stellen en ik heb ook andere dingen te doen. Die coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat veel marathons steeds afgelast of uitgesteld werden. Als pacer moet je er dan toch voor zorgen dat je mensen gemotiveerd houdt en ze ergens naartoe laten trainen. 

Hoewel het alweer een tijdje geleden was, voel ik me fit na de marathon van Amsterdam. Er werd me gevraagd om ook Rotterdam te komen lopen, dus ik dacht: waarom niet? Het zijn weliswaar veel kilometers, maar je loopt lekker in een rustig tempo en bent bezig met de mensen en het aanmoedigen van je team. Soms roep je even naar het publiek: ‘kom, maak wat geluid!’ Het is altijd leuk om ze dan even tekeer horen gaan. Het is ook mooi om te zien hoe iedereen daar vol adrenaline tot het gaatje gaat. Soms zie je ook dat mensen zonder enige training besluiten mee te doen. Die gaan dan van hun stokje. Het is belangrijk dat je goed traint. Deze sport blijft gewoon een aanslag op je lijf. 

De sfeer in Rotterdam heb ik eigenlijk altijd wel als beter ervaren dan in Amsterdam om eerlijk te zijn. Je loopt een stuk meer door de stad en omringende wijken en ziet dat iedereen daar enthousiast is. Aan de andere kant heb je in Amsterdam die finish in het Olympisch Stadion. Daar valt zeker ook wat voor te zeggen.”