Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

De woelige metamorfose die van Amsterdam een grote, brutale stad maakte

De Heilige maagschap, geschilderd door Geertgen tot Sint Jans in ca. 1495.Beeld Getty Images

Bas de Melker schreef in 2002 een belangwekkend proefschrift over de ruimtelijke, organisatorische en sociale metamorfose die Amsterdam in de late 14de eeuw onderging. Nu, drie jaar na zijn overlijden, verschijnt de handelseditie.

Steden zijn voortdurend in beweging. Maar Amsterdam onderging tussen 1385 en 1435 in ruimtelijk, organisatorisch en sociaal opzicht een heuse metamorfose. Geen andere stad in het zo stedenrijke graafschap Holland ontwikkelde zich zo snel en explosief. Amsterdam groeide als kool, kreeg nieuwe stadspoorten en een nieuw stadhuis. Ook de bouwdrift aan nieuwe kerkelijke, religieuze en charitatieve gebouwen was ongekend. Was de stad in 1385 nog kloosterloos, vijftig jaar later waren er zestien kloosterordes gesticht. Het kleine maar ambitieuze stadje aan de Amstel was in korte tijd een handelsstad van formaat geworden, en zou dat ook blijven.

De ontwikkelingen die Amsterdam doormaakte in de middeleeuwen waren kenmerkend voor de laatmiddeleeuwse Hollandse steden. Maar ze werden uitvergroot door de snelheid waarmee ze gepaard gingen, waardoor ze duidelijker zichtbaar zijn dan in andere steden. ‘En dat maakt de stad aan de monding van de Amstel tot een interessant object van onderzoek voor de geschiedenis van de middeleeuwse stad in Holland,’ stelt Bas de Melker in zijn proefschrift Metamorfose van stad en devotie.

Belangwekkende studie

Het is een belangwekkende studie over het ontstaan en de conjunctuur van kerkelijke, religieuze en charitatieve instellingen in Amsterdam in het licht van de stedelijke ontwikkeling tussen 1385 en 1435. De Melker verdedigde zijn proefschrift op een herfstachtige dag in 2002. Van een handelseditie kwam het helaas nooit. Vermoedelijk door tijdgebrek van de drukke historicus, in combinatie met gebrek aan vertrouwen bij uitgevers. Met het vroegtijdige overlijden van de auteur in november 2018 spatte de hoop op de gedroomde boekuitgave ruw uiteen. Maar op donderdag 14 oktober is in het Stadsarchief Amsterdam alsnog het eerste exemplaar gepresenteerd. Met dank aan de Stichting Middeleeuwse Archieven Amsterdam, die de toegankelijkheid, beschikbaarheid en het gebruik wil bevorderen van middeleeuwse archieven van en over de stad Amsterdam. En die door Bas de Melker zelf werd opgericht, kort voor zijn ontijdige dood.

Bas de Melker (1960-2018).

De stortvloed aan nieuwe religieuze en charitatieve instellingen kan volgens De Melker niet los worden gezien van de mentaliteit en gedragsverandering van de bewoners. Die misschien wel evenveel veranderde als de zicht­bare, ruimtelijke wereld van de stad zelf. Daarmee gaat de studie een stap verder dan een eerdere dissertatie van I.H. van Eeghen uit 1941, die de kloosters bijna beschouwde als geïsoleerde verschijnselen in de stad, waarvan de stichting vooral te danken was aan de economische groei van Amsterdam en het daaruit voorvloeiende kapitaaloverschot.

Ook in organisatorische en institutionele zin maakte Amsterdam een ontwikkeling door. Het stadsbestuur, recht en regelgeving werden uitgebreid. De toenemende regeldichtheid van Amsterdam is volgens De Melker ‘de maatstaf voor de steeds verder voortschrijdende differentiatie en verfijning van de samenleving’. Daarnaast ontstonden nieuwe maatschappelijke instellingen, zoals gasthuizen en gildes. De motor achter alle veranderingen was de economische groei en de daarmee gepaard gaande ­bevolkingstoename.

Ontwortelde burgers

Door de migratie, aanvankelijk vooral vanuit Amstelland, Waterland en West-Friesland, veranderde het karakter van de Amsterdamse samenleving. Ook voor de bewoners die al meer dan een generatie in Amsterdam woonden, veranderde de stad. Het 14de-eeuwse Amsterdam kende een relatief grote groep letterlijk ontwortelde burgers ‘die op zoek waren naar nieuwe banden en nieuwe groepen’. De psychologische onzekerheden werden verstrekt door oplopende inkomensverschillen. De stad kreeg te maken met meer geweld en onrust.

Werden de poorters alleen maar rijker en machtiger, de stedelijke maatschappij kende ook verliezers. Armen, werklozen en bedelaars moesten hopen op steun van het steeds bredere scala aan kerkelijke, geestelijke en charitatieve instellingen. De rijken daarentegen hoopten met het financieel steunen van een kerk, klooster of gasthuis hun zielenheil veilig te kunnen stellen. De liefdadigheidsinstellingen ondervonden opvallend weinig concurrentie van de opkomst van de stadskloosters. Niet alleen handhaafden bestaande gasthuizen hun positie, er werden ook nieuwe gasthuizen gesticht.

De ongekende toename aan religieuze, kerkelijke en charitatieve instellingen in Amsterdam eindigde in 1435 met de Sint Jacobskapel. De stichting van deze kapel staat volgens De Melker symbool voor wat de stad ondertussen geworden was: ‘rijk, machtig en zelfbewust op de grens van het arrogante’. De negentien voornamelijk jonge leden van de stedelijke elite uit het Nieuwendijkkwartier schoffeerden bij de oprichting van de Sint Jacobbroederschap het uit Den Haag gedirigeerde kerkpatroon. Onder de negentien stichters bevonden zich zowel Hoeken als Kabeljauwen. De stichting van de kapel oversteeg de politieke tegenstellingen. Het groepsgevoel en zelfbewustzijn van de jonge Amsterdamse poorters was sterker.

De Sint Jacobskapel staat zo symbool voor de veranderende mentaliteit, volgens De Melker: ‘De manier waarop Amsterdam en het stedelijk patriciaat een direct aan de landsheer gelieerd kerkelijk kapittel kon bruuskeren, geeft aan dat het kleine maar ambitieuze Amsterdam van rond 1385 zich onherroepelijk ontwikkeld had tot de grote, brutale stad die het in 1435 was. Een stad ook die het zich kon veroorloven om drie jaar later op eigen houtje een zeeoorlog te beginnen tegen de Wendische Steden.’ De mens had de stad veranderd; de stad de mens.

Bas de Melker: Metamorfose van stad en devotie, Uitgeverij Verloren,€50,00.