Direct naar artikelinhoud
Voorpublicatie

Schuld en boete: de postume herinneringen van Martine Bijl

De laatste jaren van haar leven werkte Martine Bijl (1948-2019) aan een boek met herinneringen aan haar jeugd en ouders. De fragmenten van dit ‘Mamaboek’ zijn opgenomen in haar gebundelde nagelaten werk Van dit en dat en van alles wat. Een voorpublicatie.

Schuld en boete: de postume herinneringen van Martine Bijl
Beeld -

Ergens mochten mijn vader en moeder elkaar niet. Zo simpel kan het zijn. Mijn hele bestaan bestaat uit kwaaie depressiebeestjes die mekaar bij de staart proberen te grijpen en een ketting rijgen van zo ongeveer alles wat ik in mijn leven langs heb zien komen, wat au fond niets is, als je nagaat dat drie deuren verder pas de érge dingen gebeuren.

Wat is dat toch, dat de inhoud van jouw eigen potje zo veel belangrijker staat te pronken achter glas, zoals vroeger een doppertje in mijn wereldberoemde reclame? En nu staat er een leeg potje op die plank. In dat potje zit een sneu snotterend stukje E.T., nog over van mijn helaas onsterfelijke hersenbloeding en nog wel veel sneuer te noemen depressie.

Die ook nog terugkwam, trouwens.

Het is nu dinsdag 15 mei 2018 en niks is overgegaan, tot nu toe.

Martine Bijl, 1966.Beeld Kippa

Vervloekt huwelijk

Mijn vader trouwde met mijn moeder zodra ze 21 was geworden. Voor die tijd kreeg ze geen toestemming van haar vader – mijn opa, die streng katholiek was en eenvoudigweg geen toestemming kón geven. Hij had niets tegen de huwelijkskandidaat, integendeel, zei hij altijd, maar hij was ervan overtuigd dat hij met toestemming voor dit bij voorbaat vervloekte huwelijk mijn moeders plaatsje later in de hemel aan de duivel zou verkopen.

Deze geleerde stille man, wiskundeleraar en hevig geïnteresseerd in astronomie, schreef kleine notitieboekjes vol met psalmteksten, en gebeden en wiskundige vergelijkingen, in zijn secure priegelhandschrift. Ik heb dat altijd een bijzondere combinatie gevonden.

Ik heb nog ergens zo’n boekje. Ik vind het een beetje onzin wat er allemaal in staat, maar mijn opa wou niemand dood hebben, en het handschrift is ontroerend van vrome toewijding.

Mijn vader haatte niet alleen het katholieke geloof, maar peperde mijn moeder die haat ook stevig in: ze mocht nooit meer naar de kerk, bidden was verboden, en elke gelegenheid werd aangegrepen om het geloof en de gelovige zelf voor schut te zetten.

In menige discussie bij mijn grootouders moest mijn opa het onderspit delven. Hij kwam niet in opstand, hij verloor gewoon. Mijn oma maakte haar heerlijke omasoep met balletjes en deed er het zwijgen toe.

Martine Bijl met haar moeder en broer Jan aan het strand, begin jaren vijftig.Beeld Privéarchief Berend Boudewijn

’s Avonds kwam mijn moeder weleens nerveus aan de rand van mijn bed zitten, om me voor te lezen uit Gringolo en Harlekijntje op reis. Een enkele keer vroeg ze me na de nachtkus of ik nog weleens ‘het gebedje’ deed. Dat had ze mij geleerd, dat gebedje. Ik zegde het braaf op, al zei het me niets, ik deed het voor haar. En ik wist dat mijn vader het ons erg kwalijk zou nemen als hij het hoorde.

Jezus kindje klein,

Maak mijn hartje rein,

En help mij om altijd

een lief kindje te zijn.

Ik heb weinig mensen zien sterven. Bij de dood van mijn opa was ik aanwezig. Ik zal het niet snel vergeten. Mijn opa stierf huilend. Dikke tranen. Hij was ervan overtuigd dat hij zijn dochter naar de hel had gestuurd.

Daar zat misschien een vleug van waarheid in, maar op een andere manier.

Braaf meisje wit voetje

Om mij heen was veel schuld en boete. Toen Sinterklaas een keer onze kleuterschool bezocht, heb ik wel een halfuur in de volle gymzaal om me heen staan gluren. Iedereen schreeuwde en propte zijn zakken vol.

Zag Sinterklaas wel dat ik geen enkele pepernoot van de vloer pakte? Viel het hem wel op? Braaf meisje wit voetje.

Ik nam er helemaal geeneen, en zag iedereen trouwens wel dat ik daar wegliep zonder één pepernoot? Terwijl ik toch wel best graag een pepernoot gelust had? Misschien wel twee?

Hebben veel kleine meisjes roerloos in een gymzaal boete staan doen voor god mag weten wat? En waarvoor dan? Hoeveel kleine jongetjes hebben trouwens hun zusje een zweterig stuivertje in het knuistje gedouwd, in ruil voor een geheime blik in hun broekje?

Mij is het maar één keer gebeurd en mijn broertje ook niet vaak, denk ik. Hij en ik waren juist op zijn kamertje bezig om onze Duivelse Deal te beginnen, toen mijn moeder binnenkwam. Ze werd lijkwit, lippen incluis.

Ik moest meteen mee. Ze ademde snuivend door haar neus. Van schrik begon ik meteen te liegen. Op een ouwe fiets moet je het leren. De straffen werden bepaald. Ik was het meisje, mijn vader had goddank geen interesse in mij. Wel moest ik van mijn moeder onmeetbaar lang onder de warme douche gaan staan.

Toen zal het er wel af geweest zijn.

Martine Bijl met haar ouders na de uitreiking van de Televizier-Ring, 1980.Beeld Privéarchief Berend Boudewijn

Billenpetsen

Mijn broertje werd veroordeeld tot twintig billenpetsen met de uitvouwbare meetlat. Dat zou mijn vader doen, die was de man. Maar ja, mijn broertje moest naar school, en het toeval wilde dat de dokter op dat moment nodig was aan een ziekbed. En de dokter versaagt niet.

Daar hebben wij het volgende op gevonden. We zouden gewoon allemaal gaan doen wat we moesten doen, en de petsenstraf zou pas in de middag uitgevoerd worden, ná school. Een straf waar je op moet wachten tot het beter uitkomt, wordt elke seconde verschrikkelijker. Intussen zaten mijn moeder en ik samen op de bank in de huiskamer te beven.

Toen mijn vader thuiskwam, stak mijn broertje zijn kinderkop om de hoek van de deur. ‘Ik maak toch liever sommetjes,’ piepte hij.

Maar daar kwam niks van in.

Angst voor chaos

Martine Bijl was, naast haar succesvolle carrière in het theater en op tv, bekend door haar kinderboeken, liedjes en vertalingen van musicals. Maar schrijven was, schrijft haar echtgenoot Berend Boudewijn in zijn inleiding bij Van dit en dat en van alles wat, haar liefste bezigheid sinds ze was opgehouden als zangeres en cabaretière. In 2016 verscheen haar eerste boek Hindergroen, met autobiografische stukken over wat haar liefde had en wat haar hinderde. In november 2018 verscheen Rinkeldekink, haar werk over de hersenbloeding die zij in 2015 kreeg, waarvan ruim 145.000 exemplaren zijn verkocht en dat bekroond werd met de NS Publieksprijs.

Chaos was een schrikbeeld voor Bijl, aldus Boudewijn, ook als het ging om haar computer. ‘Dus werd er regelmatig allerlei door haar gewist, waardoor geestige e-mails en schrijfsels verloren zijn gegaan. Desondanks is er voldoende bewaard gebleven, ook buiten haar computer.’ De selectie daarvan in Van dit en dat en van alles wat – een geliefde uitdrukking van Bijl – bevat dagboeken over haar musicalvertalingen en de televisieserie Het zonnetje in huis, aantekeningen voor ‘een boek voor later’, een novelle en een theatermonoloog.

Marjolijn de Cocq