Direct naar artikelinhoud
Reportage

De duivenredder van Amsterdam: ‘Het zijn geen vliegende ratten, maar sky puppies’

Billie Savage (tweede van links) en een groep vrijwilligers bevrijden stadsduiven van strakke draden om hun poten.Beeld Anneloes Pabbruwee

De Amerikaanse Billie Savage heeft een missie: stadsduiven redden die in problemen verkeren, bijvoorbeeld doordat er draden om hun poten zijn gewikkeld. ‘We moeten duiven niet zien als vliegende ratten, maar als sky puppies.’

Het is opvallend stil in de etagewoning op driehoog in de Bellamybuurt in West. Het aanhoudende gekoer – roeeeeekoooeeeee – dat je zou verwachten ontbreekt. Het is dat repeterende, krasse geluid – roeeeeekoooeeeee – dat zo op je zenuwen – roeeeeekoooeeeee – kan werken. Zo – roeeeeekoooeeeee – irritant. Aldus sommigen.

Maar hier: niets van dat alles. Terwijl er toch echt zes duiven in de hobbykamer van Billie Savage verblijven. Ze zitten stilletjes in opgestapelde kooitjes en kattenvervoerboxen en ze lijken wat schuchter om zich heen te kijken, wachtend op betere tijden. Savage wijst op een duif met wat tape om een vleugel. “Die is gebroken, waardoor ze in de gracht belandde. Er was geen andere optie dan er zelf maar in te springen; we zijn samen uit het water gehaald door een boot. Best dramatisch.” 

En zo zit achter iedere duif een verhaal.

Er is een duif met witte schoentjes, die Billie zelf heeft gemaakt van badmatstof en tape. De kromgebogen tenen van het dier zijn vastgezet in de ribbels van de stof, zodat ze kunnen herstellen. Een andere duif zit op advies van een dierenarts aan een antibioticakuur vanwege ontstoken poten. Die waren lang afgekneld door strak eromheen gedraaide draden – stringfoot, het grootste probleem bij stadsduiven. En weer een andere duif hoeft eigenlijk niet meer in dit duivenziekenhuis te zijn, maar het dier is inmiddels zo tam dat Savage het niet helemaal aandurft haar los te laten. “Op straat is het misschien gevaarlijk.”

Toch zal ook deze duif de ruimte, die ruikt naar knoflook (“Garlic oil is heel goed tegen bacteriën”), ooit moeten ver­laten. De duiven die écht niet terug kunnen – doordat ze bijvoorbeeld een neurologische aandoening hebben en af en toe gewoon omvallen – verblijven in de volière die Savage op haar balkon heeft gebouwd. En die is met acht vogels eigenlijk al te vol. “Dit is voor duiven met special needs en ik denk dat vijf eigenlijk het maximale is,” zegt ze op haar balkon. “Nu houden duiven niet eens heel erg van vliegen, maar van lekker zitten, een beetje kijken en een beetje eten. Maar dit is echt iets te klein, en geen langetermijnsituatie.”

Maar ja, wie anders bekommert zich om de – roeeeeekoooeeeee – zo verguisde stadsduif? “In Amsterdam kan ik er nergens mee terecht,” zegt Savage. Ik heb weleens zestien duiven naar Duitsland gereden, waar een groot asiel is met plek voor drieduizend vogels. Desnoods doe ik dat binnenkort nog een keer.”

Weidverspreid probleem

Toen de Amerikaanse zo’n dertig jaar geleden naar Amsterdam kwam om te ­studeren, had ze niet verwacht ooit een geïmproviseerde opvang voor duiven te runnen. En hoewel ze zich al langer om het lot van dieren bekommert – ze adopteerde eens tien overtallig verklaarde laboratoriummuizen en is oprichter van de Nederlandse tak van Animal Rebellion – had ze ook tot anderhalf jaar geleden geen idee dat ze nu dag in, dag uit bezig zou zijn met duiven. Tot corona.

“Ik werkte als docent op sportscholen en in yogastudio’s en had in één keer geen werk meer. Ik wist al van het probleem van stringfoot, maar als je druk bent en door de stad fietst, zie je het niet echt. Ineens had ik meer tijd, ging ik meer dingen buiten doen en zag ik dat het een wijdverspreid probleem is waar niemand zich druk om maakt. Toen ben ik gewoon begonnen met het vangen van duiven om de draden weg te knippen. En daarna was het eigenlijk als een snowball.”

Savage maakte voor deze duif schoentjes, zodat de poten van het dier kunnen herstellen.Beeld Anneloes Pabbruwee

Inmiddels heeft Savage de Stichting Stadsduiven Hulp Nederland opgericht en nemen de duiven al haar tijd in beslag. Ze heeft zelfs een hotline geopend. “Mensen bellen mij omdat ze niet weten wat ze ermee aan moeten. Er is geen safety net voor stadsduiven. Ik ben dus heel druk met die noodgevallen, terwijl ik eigenlijk moet werken aan de big picture. Preventief werk verrichten, zorgen dat er niet zoveel noodgevallen zijn.”

Groepsexcursie

Daarover gesproken: Savage moet nu echt richting Oost. Ze heeft op het Dapperplein afgesproken met een groep mensen voor Stringfoot Sunday, een tweewekelijkse groepsexcursie met als doel zo veel mogelijk duiven te vangen en te bevrijden van vastzittende draadjes. Iedereen kan het leren – en zo wordt het safety net steeds iets groter.

Op de fiets vertelt Savage dat ze hoopt dat we op den duur net zo omgaan met stadsduiven als met zwerfhonden en -katten. “Die kom je hier nooit meer tegen op straat, want daar is een asiel voor. Duiven zijn de zwerfdieren van Nederland. Ooit stonden overal duiventillen op de daken, van duivenmelkers die ze als hobby hielden. Ook werden ze zo gefokt dat ze het hele jaar door eieren leggen. De meeste stadsduiven stammen af van die dieren en ze zijn voor hun voedsel eigenlijk nog steeds totaal afhankelijk van wat de mens achterlaat. In de stad zie je ook wel houtduiven. Dat zijn nog echt wilde duiven, die redden zich beter. Ik heb maar één keer een houtduif met stringfoot gezien.”

Als het over duiven gaat, gaat het veel over de – roeeeeekoooeeeee – overlast en hoe die aan te pakken. Er wordt geld uitgegeven aan duivenpinnen, om ze te verjagen en ontlasting op de stoep en gevels te voor­komen. Bij overlast worden soms bedrijven ingehuurd die de dieren vangen en daarna doden. Er zijn zelf apparaten te koop als de ‘anti-duif vogelverjager ultrasoon 8-2 kHZ’. Duivenoverlast is een begrip, duiven­welzijn niet.

“Duiven worden vaak vliegende ratten genoemd, sinds een parkbeheerder in New York ze in een krantenartikel uit 1966 zo omschreef. Sindsdien gaat het zelden meer over duiven als symbool van vrede, liefde en hoop. Niemand ziet meer dat het eigenlijk mooie dieren zijn. Ik vind dat we duiven niet moeten zien als vliegende ratten, maar als sky puppies. Er zou een opvang moeten komen in Amsterdam, en duiventillen waar de populatie mee onder controle kan worden gehouden.”

Probleemgevallen

Op de Dapperstraat staan negen mensen te wachten. Savage begint het voorstelrondje met “I’m Billie, and I have a lot of pigeons at home.”

Vaste deelnemer Renze is er ook. Hij probeert in kaart te brengen hoeveel probleemgevallen er zijn en is bezig het probleem van de kerstboomverpakkingen op de politieke agenda te krijgen: in december en januari zijn er altijd veel duiven die met hun poten vast komen te zitten in de nylon draden. Ook zijn er activisten als Désirée Verhoeven, met een bakfiets volgeplakt met stickers van dierenrechtenorganisatie. En er is Willy Gouw, die vaak duiven in problemen ziet en wil leren hoe ze die kan helpen. “Ik hou van alle dieren,” zegt ze. “Misschien nog wel meer van dieren dan van mensen.”

Savage vertelt dat ze op de Dapperstraat hebben afgesproken omdat ze hier een paar weken geleden veel duiven zagen met stringfoot. Nog voordat ze zaadjes hebben gestrooid om de dieren te lokken, spot de groep een paar duiven aan de andere kant van het plein en gaan ze eropaf.

Het zijn er een stuk of acht en zo op het eerste gezicht lijkt er niet veel aan de hand. Sophia’s aandacht gaat vooral uit naar een reiger die iets verderop ziet. “Wow, what is that, look at it.”

Désirée Verhoeven wijst op een duif met lelijke veren. “Dat komt waarschijnlijk doordat hij slaapt naast een afzuigkap van een restaurant, waardoor ie onder het vet zit. Eigenlijk moet hij gewassen worden.”

Ondertussen heeft Savage twee duiven gespot met draadjes om hun poten. “Ze zitten er nog niet heel strak omheen, maar als we ze er nu al van kunnen verlossen voorkomen we problemen later.”

Alleen: hoe vang je stadsduiven? Over het Dapper­plein rijden af en toe auto’s en scooters die de duiven doen opvliegen. Bovendien lijkt het voeren niet te werken: ze komen niet echt dichterbij.

Savage: “Als ze niet echt honger hebben, is het altijd lastig.”

Renze: “De zon staat misschien ook iets te hoog. Er zijn er misschien gewoon te weinig.”

Savage: “Duiven voelen zich veilig in een grote groep. Als er heel veel zijn, zoals op de Dam, pak je er zo eentje op.”

Willy Gouw: “Dit is wat ik graag wil leren. Ik denk dat het wegknippen van de draden me wel lukt, maar hoe vang je een duif en pak je hem goed vast?”

Stompjes

Daar moet je geduld voor hebben, zo blijkt. De duiven op het Dapperplein laten zich in elk geval niet vangen. De groep verplaatst zich naar een plek verderop, waar Renze een duif met aan elkaar gebonden pootjes heen zag vliegen. Ter plaatse is die niet meer te vinden. Dan maar helemaal naar de andere kant van de Dapperstraat, waar een flinke groep duiven rondscharrelt voor een winkel voor gordijnen en vitrages.

De schrik is groot als iemand een duif zonder poten spot. Hij hupt rond op twee kleine stompjes. “Verschrikkelijk dit, zeg,” zegt Gouw. “De hele enkel, alles is weg.”

“In Spanje hebben we veel duiven,” zegt Sophia, “maar ik heb me nooit gerealiseerd dat dit een probleem is.”

“Dit is dus wat stringfoot kan doen,” zegt Savage. 

En het wordt nog erger. 

“Kijk, die houtduif heeft ook draden om zijn poot,” zegt Renze plots, verschrikt.

“Dat is niet goed,” zegt Savage. “Dat heb ik maar één keer eerder gezien.”

“Dit is dramatisch. Wilde duiven die ook al stringfoot hebben,” zegt Renze. “Dat is echt verontrustend.”

De groep kan niets betekenen voor deze duiven. Hoelang ze ook voeren, het lukt ze niet er een te vangen. Savage heeft een net meegenomen, maar dat werkt alleen bij duiven die echt verzwakt zijn, zoals die zonder poten. Misschien. Maar wat dan? Er is geen opvangplek waar de duif naartoe kan worden gebracht en de volière op Savages balkon zit helemaal vol. “Maar duiven zijn afhankelijk van mensen,” zegt ze, “dus eigenlijk zijn wij verantwoordelijk.”

“Van de honderd duiven hebben er hier tachtig draden om de poten,” zegt een vrouw die uit het pand komt lopen om een vuilniszak weg te brengen. “Het komt omdat hier op de markt stoffenknippers actief zijn. Ik gun ze hun brood, maar die draden zorgen voor grote problemen bij de duiven.”

Jolanda Ploegman heet ze, en ze houdt ook van dieren. Ze herinnert zich dat ze jaren geleden eens ontdekte dat iemand op haar werk lijmplankjes had neergelegd tegen de muizen. “Zat zo’n plankje er helemaal vol mee. Ik ben gelijk met het plankje naar de dierenarts gerend om de muizen te laten euthanaseren,” zegt ze. “Soms vang ik hier ook weleens een duif en breng ik hem naar de dierenarts om de draden te laten verwijderen. Of naar de notenboer op de markt. Die heeft vroeger zelf duiven gehad, dus die kan het ook. Sommige mensen zeggen: mens, je bent gek dat je dit doet, het is ongedierte, het zijn ratten. Dan denk ik: je bent niet goed, dit zijn dieren!”

Billie Savage geeft haar telefoonnummer, zodat ze ook haar kan bellen als ze een duif heeft gevangen. Dan komt ze wel even uit West naar Oost fietsen om te helpen.

Geen opvangplek

Intussen is de groep duiven weer uit elkaar gevlogen en gaat Stringfoot Sunday verder richting het Oosterpark. “In juni hebben we 97 duiven gespot met stringfoot,” vertelt Renze. “In juli waren het er 165 en in augustus al 196. We tellen twee middagen in de maand, dus dat is maar een fractie van het probleem.” Duizenden en duizenden duiven moeten met afgeknelde pootjes rondvliegen, of huppen.

“Blijven jullie daar staan,” roept activist Verhoeven even later, vlak bij de ingang van de Albert Heijn op de Eerste Van ­Swindenstraat. “Er zijn twee duiven met de pootjes aan elkaar gebonden. We proberen ze te lokken.”

Weer begint het van vooraf aan. Zittend op een krukje strooit Savage voer om de duiven om zich heen te verzamelen. Het zijn niet eens zo heel veel vogels, maar nu gaat het plots snel. Vliegensvlug pakt ze een van de duiven van de grond. Ze houdt hem ondersteboven tegen zich aan. De duif blijft roerloos in haar handen, strak kijkend met zijn oranje oog, terwijl Verhoeven naar de stringfootset grijpt: een doosje met onder meer Dettol, een nagelschaartje en -vijltje, gaasjes en een vergrootglas. Om de linkerpoot van het dier zit een roze borduurdraadje dat helemaal om de vier tenen is gewikkeld. Met een paar knipjes is het ­verwijderd.

Ze waren er op tijd bij. De poot was nog niet geïnfecteerd, verdere behandeling is niet nodig. Maar het kan erger.

“Kijk, dit is een dode duiventeen,” zegt Verhoeven, terwijl ze een klein, grijs stukje uit het doosje haalt, waarin ze alle weg­geknipte touwtjes bewaart. “Die viel er laatst gewoon af toen we de draadjes weghaalden.”

Even later, in het Oosterpark, vangt de groep weer een duif. En als ze later op de middag op de Albert Cuyp zijn, lukt het Willy Gouw ook een duif te vangen. En hoewel er eigenlijk geen ruimte voor is, neemt Savage toch weer twee duiven met ernstige stringfoot mee naar huis. Ze kan niet anders.

“Ik moet ze helpen, anders overlijden ze gewoon. Daardoor is het soms wel overwhelming. Er is ook altijd dat schuldgevoel. Als ik een dag niet naar buiten ga, denk ik: er zit er wel eentje te wachten op mij. Dat zorgt voor een innerlijk conflict. Als ik zeven dagen per week van ’s ochtends tot ’s avonds laat buiten zou zijn, zou ik veel meer duiven kunnen helpen.”

Ze hoopt dat meer mensen zich gaan bekommeren om de duiven, en dat de gemeente met een plan gaat komen voor een gemeentelijke opvang. En tot die tijd? “Ik weet het niet. Ik zit er eens aan te denken om te verhuizen. De buren klagen weleens over de overlast en moet misschien een plek hebben waar ik meer duiven kwijt kan.”

Nepeieren

In 2004 werd er een gemeentelijke duiventil geplaatst op het dak van de parkeergarage van de Bijenkorf, om de duivenpopulatie rond de Dam onder controle te houden. De til bestond uit een soort zeecontainer waarin de duiven hun nesten konden bouwen en vrijwilligers verruilden de eieren voor nepeieren, zodat er niet te veel duiven bij kwamen. Het verblijf verdween in 2007 vanwege een verbouwing en kwam, ondanks een zoektocht naar een nieuwe plek, niet meer terug. 

Een woordvoerder van stadsdeel Centrum laat weten dat er op dit moment geen actief beleid meer is gericht op stadsduiven of problemen met stringfoot. Wel helpt de Dierenambulance duiven die bijvoorbeeld een gebroken vleugel of andere verwonding hebben, waarna ze meestal terechtkomen bij dierenopvang De Toevlucht in Zuidoost.

In tegenstelling tot de houtduif is de stadsduif geen beschermde inheemse diersoort. Als gedomesticeerde variant van de rotsduif (Columba livia), die niet van nature in het wild voorkomt in de Europese Unie, geniet de stadsduif geen bescherming op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Nederlandse Wet natuurbescherming. Wel is het algemene verbod op dierenmishandeling van toepassing op verwilderde dieren.