Direct naar artikelinhoud
Marjolijn de Cocq.
Marjolijn de Cocq

Op vijf minuten fietsen van zijn woning kocht hij een tweede huis voor zijn boekencollectie

Het lopen is een schuifel, op de stok moet zwaar worden geleund. Maar hij is er, de ­Kritische Lezer. Hij is er nog. In de eerste fase van de pan­demie geveld door corona, ontwaakt uit coma in een wereld van moeizame revalidatie. En onderwerp tegen wil en dank van het boek dat zijn dochter over hem schreef en dat op een zonnige zondagavond in een Scheveningse strandtent wordt gepresenteerd.

Op zaterdag 18 mei 2018 meldde hij zich voor het eerst. ‘Zeer geachte mevrouw De Cocq.’ Met een evaluatie van de vernieuwde boekenpagina’s van deze krant, suggesties voor rubrieken en zijn ervaring met het herlezen van Karakter waarin hij ‘van alles ontdekte dat hij vorige keren niet zag, of vergeten was’.

De tweede mail kwam twee maanden later. ‘Niet dat ik er deze keer uw Pinksterweekend mee zal kunnen ­verblijden, maar ik blijf uw werk – uiteraard: ­kritisch, wat dat ook moge betekenen – volgen.’ Was getekend, R.A.A. Duk.

En dat deed hij door de jaren, R.A.A., de ­advocaat in Den Haag die Rogier werd. Van een ‘houd je medewerkers in de gaten’ bij een foutieve titel op ‘Boeken’ tot de constatering dat redacteuren van Het Parool kennelijk een arbeidscontract hebben ‘dat voorschrijft dat ze in vergelijking tot redacteuren van de NRC en de Volkskrant drie keer zoveel meer artikelen moeten schrijven van duidelijk hogere kwaliteit’.

Maar de Kritische Lezer werd geveld.

In Ik zie je bij de uitgang doet ­Joosje Duk verslag van die angstige periode van april 2020. Het is een tijdsbeeld van die eerste lockdown, maar ook het portret van een markante zeventiger. Bibliofiel ten top: op vijf minuten fietsen van zijn woning kocht hij een tweede huis voor zijn boekencollectie. Het boekenhuis, zijn schoonzoon Sebastiaan mocht er zijn intrek nemen met de clausule dat er voor de boeken moet worden ‘gezorgd’.

Begin mei vroeg hij, nog in het ziekenhuis, alweer om kranten – maar bleek het moeilijk de concentratie op te brengen ze te lezen. Wel liet hij Joosje een bericht sturen om de stilgevallen correspondentie te verklaren. Later werd Het Parool in het revalidatiecentrum bezorgd en kwam er weer commentaar. Zijn vader Wim, lees ik in het boek, het verklaart zijn betrokkenheid, werkte in de oorlog voor het illegale Parool en belandde daarvoor in de gevangenis.

Zijn dochter schreef het boek voor hem; hij vond dat het de wereld in moest. ‘Haar is, in de eerste plaats door mij, wijs gemaakt dat het geschikt voor publicatie is,’ meldde hij in april.

De Kritische Lezer had gelijk.

Weer stevig gezeteld, houdt hij audiëntie op het terras. Nu zelf te boek gesteld – en zelf op ‘Boeken’. Er zal wel weer een mailtje komen.

Marjolijn de Cocq schrijft elke week een column voor Het Parool. Lees al haar columns hier terug.

Reageren? m.decocq@parool.nl