Direct naar artikelinhoud

Boeing: 737 Max niet voor zomer de lucht in

Vliegtuigmaker Boeing houdt er rekening mee dat toestellen van het geplaagde type 737 Max tot in de zomer niet de lucht in mogen. Dat bevestigt het bedrijf na berichten van Amerikaanse media.

Boeing: 737 Max niet voor zomer de lucht in
Beeld EPA

Als toezichthouders pas na juni of juli groen licht geven voor vluchten met het toestel, zou dat maanden later zijn dan de fabrikant aanvankelijk had verwacht.

De 737 Max wordt sinds maart vorig jaar wereldwijd aan de grond gehouden nadat binnen korte tijd twee crashes met het toestel gebeurden. De twee vliegtuigongelukken, in Indonesië en Ethiopië, waren vermoedelijk het gevolg van een veiligheidssysteem dat de neus naar beneden bleef drukken doordat een sensor niet goed werkte. Boeing moet van luchtvaartautoriteiten eerst alle technische mankementen in het toestel verhelpen voordat de 737 Max weer mag vliegen.

Boeing benadrukt dat het uiteindelijk aan de luchtvaartautoriteiten is om te bepalen wanneer de Max 737 weer mag vliegen. De Amerikaanse toezichthouder voor de luchtvaart FAA meldt geen vooraf vastgesteld tijdspad te hebben voor de goedkeuring van de aangepaste Boeings.

Vorige week bracht Boeing nog naar buiten nog een softwarefout te hebben ontdekt bij het vliegtuigtype. De kosten in verband met de kwestie lopen inmiddels in de miljarden dollars.

Kritiek ‘begraven’

Maandag werd bekend dat de Nederlandse Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in 2009 kritiek op Boeing heeft ‘begraven’, die naar aanleiding van de crash van een Turkish Airlines-toestel was opgesteld. Deskundigen verklaarden tegenover de New York Times dat met die kritiek de twee recente vliegrampen met Boeing 737 Max voorkomen hadden kunnen worden.

Uit tot nu geheime stukken en interviews met betrokken onderzoekers blijkt volgens de Amerikaanse krant dat de ramp in 2009 wel degelijk het gevolg was van ontwerpfouten, verkeerde aanbevelingen en onjuiste trainingsvoorschriften. Sidney Dekker, een van de onderzoekers die destijds bij het OVV onderzoek was betrokken, zei tegen de New York Times dat het ongeluk “een waarschuwing is die nooit serieus is genomen”.