OM vraagt vrijspraak Egbert Lachaert na dagvaarding via juridische spitsvondigheid

. © Belga

Het openbaar ministerie in Gent vraagt de vrijspraak voor Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert, die door Gert Van Mol, de man achter de website ’t Scheldt, rechtstreeks gedagvaard werd voor schending van het beroepsgeheim.

Dat bleek woensdagnamiddag voor de Gentse correctionele rechtbank. Frank Scheerlinck, de advocaat van Van Mol, liet Lachaert dagvaarden net op het moment dat de Kamerleden door een lacune in een koninklijk besluit 24 uur niet parlementair onschendbaar waren.

Parlementsleden zijn normaal onschendbaar zolang de parlementaire zitting loopt, maar de advocaten van Van Mol gebruikten een juridische spitsvondigheid om Lachaert toch te kunnen dagvaarden. ‘De Kamers komen van rechtswege bijeen ieder jaar, de tweede dinsdag van oktober, behalve wanneer zij al voordien door de Koning zijn bijeengeroepen’, stelt de Belgische Grondwet. In een KB wordt elk jaar bepaald wanneer de parlementaire zitting eindigt, en de vorige parlementaire zitting 2020-2021 eindigde op 11 oktober. ‘Dat treedt dus in werking om 0 uur op 11 oktober’, stelde Scheerlinck woensdag voor de correctionele rechtbank. ‘De nieuwe zitting start pas op 12 oktober om 0 uur, en in die periode van 24 uur hebben we Lachaert gedagvaard.’

Scheerlinck gaf voor de rechter meer details over de klacht. Van Mol stelt dat Lachaert zijn beroepsgeheim zou geschonden hebben toen hij probeerde een artikel van ’t Scheldt te laten verwijderen. Er werd verwezen naar een zaak rond The Wall Street Journal Europe. Van Mol werd ontslagen bij de krant en vocht zijn ontslag aan, en Lachaert trad als advocaat op voor de krant. Volgens Lachaert ligt die rechtszaak aan de basis van de negatieve berichtgeving rond zijn persoon door ’t Scheldt. In de klacht tegen ’t Scheldt zou Lachaert gesteld hebben dat Van Mol ‘chantage en drukkingsmiddelen’ gebruikte om zijn ontslag ongedaan te maken, en dat zou een schending van het beroepsgeheim geweest zijn.

‘Het beroepsgeheim is absoluut, ook als gewezen advocaat’, pleitte Scheerlinck. ‘De moraliteit van mijn cliënt doet er niet toe. Het gaat hier om een politicus die denkt dat hij alles mag, omdat ze hem toch niet kunnen pakken (wegens zijn parlementaire onschendbaarheid, red.). Je kan niet zomaar iemand belasteren. (..) We vragen 2.500 euro schadevergoeding.’

Persoonlijke revanche

Het openbaar ministerie bevestigde dat Lachaert rechtmatig gedagvaard werd, maar vraagt de vrijspraak. ‘We volgen het standpunt van de procureur-generaal. Er was een periode van 24 uur waarin er kon worden gedagvaard. Het gaat om een rechtstreekse dagvaarding dus we hebben zelf geen opsporingsonderzoek of gerechtelijk onderzoek geïnitieerd. We stellen vast dat er een zeer langlopend conflict is tussen Lachaert en ’t Scheldt, en dat dat aan de basis ligt van zeer kritische of aanvallende stukken. (…) De rechtspraak stelt echter dat een persoon zijn beroepsgeheim mag verbreken om zijn eigen rechten te vrijwaren, en dat is hier gebeurd. We vragen de vrijspraak.’

Lachaert was niet aanwezig op de zitting maar zijn advocaten Paul en Simon Bekaert vroegen eveneens de vrijspraak. ‘Dit is een misbruik van de rechtstreekse dagvaarding. De klacht van onze cliënt werd behandeld op een openbare zitting en er was een openbaar vonnis. Heel die discussie (rond de The Wall Street Journal Europe, red.) staat erin neergeschreven. (…) De zaak van Van Mol werd niet ingegeven door journalistieke motieven maar door persoonlijke revanche. Hij is goed gekend bij de Raad voor de Journalistiek. We hebben een tegenvordering ingesteld wegens tergend en roekeloos geding en vragen ook 2.500 euro.’

De uitspraak valt op 9 februari. Het hiaat in het koninklijk besluit zal vanaf volgend jaar vermoedelijk opgevangen worden door een exact tijdstip te specificeren, zoals 23.59 uur, zodat de effectieve opheffing van de onschendbaarheid beperkt blijft tot een minimum.

Partner Content