Oud-soldaten op zoek naar collega's met wie ze in gruwelijke oorlog terechtkwamen: "We willen erkenning en onze vrienden terug"

Drie oud-soldaten zijn op zoek naar 14 collega's van het elitepeloton Pioniers-Pontonniers (PiPo) met wie ze in de jaren zestig gruwelijke taferelen hebben meegemaakt. Ze zouden op 'gewapende humanitaire missie' gaan, maar het draaide uit op een oorlogsopdracht. 

Na zestig jaar hebben Paul Dullers (80) uit Lummen, Roger Vanhees (79) uit Borgloon en Frans Haegemans (79) uit Antwerpen nog steeds geen erkenning gekregen voor een geheime operatie van het Belgische leger in het toenmalige Ruanda-Urundi. Na tientallen brieven blijft het ministerie van Defensie volhouden dat ze niet in aanmerking komen voor een ereteken.

De drie oud-soldaten maakten deel uit van het elitepeloton Pioniers-Pontonniers (PiPo). In 1960-1961 bestond dat peloton uit 18 paracommando’s van 18- en 19-jarigen: Eduard Verbrugge was  sergeant en onderluitenant Gaston Bebronne was de pelotonscommandant. 

Dodendans

Toen op 11 juli 1960 de onafhankelijkheid van Katanga werd uitgeroepen, werden de drie samen met de andere paracommando's door het Belgische leger uitgestuurd op een 'gewapende, humanitaire' missie in het toenmalige Ruanda-Urundi. Maar de zogenoemde "Operatie zebra" draaide uit op een echte oorlogsopdracht. 

“Vlak bij de grens van Rwanda en Congo moesten we aan een stuwdam de brug over de Ruzizi-rivier observeren en verdedigen", vertelt Haegemans. "In Changugu zijn we tijdens een geheime operatie de dodendans ontsprongen." 

"We moesten twee lederen valiezen vol geld overhandigen aan zo'n 700 rebellen, commando’s van de latere president Mobutu. Van de 200 Congolese commando’s van het Armée Nationale Congolaise (ANC) die ons vergezelden, overleefden er slechts zes."

Haegemans vertelt dat hij geluk gehad heeft: "We hebben zwaar onder vuur gelegen en werden urenlang beschoten door de mannen van Lumumba." (Lees verder onder de foto.)  

Oud-soldaat Frans Haegemans uit Antwerpen.

Ere-embleem

De drie kwamen terecht in een oorlogssituatie en willen daar erkenning voor.  Van drie ministers van Defensie kregen ze die erkenning niet. "We hebben ons dossier dan overgemaakt aan koning Filip en hij heeft dat grondig bekeken. Van hem kregen we wél de toelating om een ere-embleem te ontwerpen voor ons klein peloton van slechts 18 mannen. Dat is een unicum", vertelt Haegemans.

De mannen zijn nu op zoek naar de andere oud-soldaten van hun peloton. "Ons elitepeloton bestond vooral uit Limburgers, mannen uit West-Vlaanderen en enkele Brabanders. Die willen we nu opsporen. Na 60 jaar willen we samen onze herinneringen eens ophalen", zegt Haegemans. 

Ze waren dus het tweede Bataljon Commando opgeleid in Namen en ze werden met het 19e detachement naar Afrika gestuurd. "Onze gemeenschappelijke aanvalsroep was ‘Banzai’, de strijdkreet van de Japanse kamikazepiloten”, voegt Haegemans nog toe.

Lotgenoten van het peloton PiPo kunnen contact nemen via wirix1942@gmail.com of via Frans Haegemans: 0479 31 73 09.

Meest gelezen