Maxime Le Marchand (Antwerp): ‘Zonder verbetering ontploft de bom met Lamkel Zé toch een keer’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS
Martin Grimberghs Medewerker van Sport/Voetbalmagazine

Met een koffer vol herinneringen aan de Ligue 1 en de Premier League kwam Maxime Le Marchand begin februari bij Antwerp aan. ‘Teamspirit in een spelersgroep krijgen is het allermoeilijkste.’

Met een universitair diploma op zak, 65 wedstrijden in de Ligue 1 en 28 in de Premier League streek Maxime Le Marchand (31) ruim twee maanden geleden neer bij Antwerp. Een man met meerdere levens, zo zou je de Franse verdediger gerust kunnen noemen: iemand die zichzelf kan heruitvinden en twee jaar nadat hij in de Premier League titularis was bij het Fulham van Claudio Ranieri, aan de slag ging in de Jupiler Pro League bij Antwerp. Voordien speelde hij in de Ligue 1 bij Nice, wat hem in staat stelt een vergelijking te maken tussen Hatem Ben Arfa en Didier Lamkel Zé.

Stevige gok

Je maakte elf jaar geleden je debuut als profvoetballer bij Le Havre, maar het duurde tot je 25e om bij OGC Nice aan de aftrap te staan in de Ligue 1. Waarom gebeurde dat niet bij Rennes, waar je je opleiding genoot en waarmee je bij de U19 een landstitel behaalde in 2007 en de gerenommeerde Coupe Gambardella in 2008?

Maxime Le Marchand: ‘Het klopt dat Rennes me heeft ontdekt toen ik een jaar of negen, tien was. Ik speelde toen als nummer 10 bij US Saint-Malo. Een jeugdtrainer van Rennes – Didier Le Bras, een man die ik nooit zal vergeten – kwam me scouten tijdens een regionaal toernooitje. Hij had vertrouwen in mij en opende voor mij de deur tot de jeugdploegen van een grote Franse club. Voor hem was het een stevige gok. Zelfs het bestuur was niet op de hoogte, maar hij geloofde echt in mij. Door die transfer moest mijn vader dagelijks op en af tussen Saint-Malo en Rennes: 45 minuten heen, 45 minuten terug. Aanvankelijk was de idee dat het maar twee jaar zou duren, want in die tijd moest je op je twaalfde een test afleggen om tot het opleidingscentrum toegelaten te worden. Ik vond mezelf niet meteen een van de meest talentrijke voetballers van mijn generatie, maar ik slaagde toch en kon mijn plaatsje bemachtigen. Van daaruit heb ik me opgewerkt.’

In duel met Ilombe Mboyo van STVV: 'De Belgische competitie is een mix van allerlei stijlen.'
In duel met Ilombe Mboyo van STVV: ‘De Belgische competitie is een mix van allerlei stijlen.’© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

De Franse opleidingscentra staan bekend om hun uitstekende technische vorming van de internationals, maar ze worden ook soms bekritiseerd omdat ze zich zo afschermen. Wat is jouw ervaring?

Le Marchand: ‘Ik houd er alleen maar fantastische herinneringen aan over. Die jaren bij het opleidingscentrum vormen je als adolescent, zowel op voetbalvlak als daarnaast. Het klopt dat het een enigszins gesloten wereldje is, want je krijgt er onderwijs samen met je ploegmaats en gaat dus niet naar een openbare school. Maar ik vond dat heel fijn, om in een soort microkosmos te leven. Ik ben van de generatie van 1989.

‘Om een beetje te begrijpen wat we beleefden, moet je maar eens kijken naar A la Clairefontaine ( een documentaire van Canal+ uit 2002 over het parcours dat jonge voetballers, opgeleid in het nationaal opleidingscentrum van Clairefontaine, aflegden, nvdr). Ik vind dat een geweldige reeks, het was een referentiepunt voor jonge kereltjes om te zien hoe die spelers stap voor stap profvoetballer werden. Onder meer Abou Diaby en Hatem Ben Arfa werden gevolgd. Dat zijn mannen die min of meer tot mijn generatie behoren.

‘Ik identificeerde me heel sterk met hen. Ik heb ongeveer hetzelfde meegemaakt, alleen op een kleinere schaal, want ik zat bij Rennes en niet in het opleidingscentrum van Clairefontaine, dat echt de crème de la crème van het Franse voetbal verzamelt. Dat neemt niet weg dat we ook bij Rennes een mooie generatie hadden, met spelers als Yacine Brahimi, Yann M’Vila en Damien Le Tallec. Ikzelf schoof langzaam maar zeker meer naar achteren: van aanvallende middenvelder naar verdedigende middenvelder, vervolgens linksback en tot slot centrale verdediger.’

Niet rijp

Hoe maakte de club jou na al die jaren duidelijk dat ze je uiteindelijk niet wilde gebruiken voor haar A-selectie?

Le Marchand: ‘Ik denk dat ik toen nog niet rijp was om het niveau van de Ligue 1 aan te kunnen, in ieder geval niet bij een ploeg van het kaliber van Rennes. Daarom had ik geen enkel probleem om dat te aanvaarden. Mijn uitleenbeurt, op mijn achttiende, naar Le Havre in de Ligue 2 was een logische stap. Zo bekeek ik het ook, niet als een mislukking. Omdat het vlot liep en een terugkeer naar Rennes geen optie was, bleef ik langer dan voorzien bij Le Havre ( in totaal zes seizoenen, van 2009 tot 2015, nvdr).’

In de zomer van 2015 maakte je de overstap naar de Ligue 1. In Nice kwam je, op hetzelfde moment als Hatem Ben Arfa, bij een ambitieuze club terecht. Jullie beleefden een formidabel sterk seizoen met een vierde plaats als eindresultaat…

Le Marchand: ( pikt in) ‘Ja, we hadden werkelijk een ongelooflijk sterke ploeg. Met natuurlijk Hatem Ben Arfa, maar ook Nampalys Mendy, Valère Germain, Vincent Koziello, Ricardo Pereira en Alassane Pléa. Los van de individuele kwaliteiten van die jongens waren we vooral een heel goed collectief. De teamspirit was uitstekend en die in een spelersgroep krijgen – zo heb ik later in mijn carrière pas echt beseft – is het allermoeilijkste.’

In de met 4-2 gewonnen wedstrijd tegen KV Kortrijk begin maart kopte Le Marchand de 2-0 binnen.
In de met 4-2 gewonnen wedstrijd tegen KV Kortrijk begin maart kopte Le Marchand de 2-0 binnen.© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Je eerste wedstrijd in de Ligue 1 speelde je centraal achterin naast Mathieu Bodmer, een ervaren rot die voordien voor Lille, Lyon, PSG en de Franse nationale ploeg voetbalde. Ben je zelf ook een betere speler als je naast zo iemand mag voetballen?

Le Marchand: ‘Dat seizoen heb ik ondervonden hoe belangrijk het is om een echt team te zijn met de speler met wie je het centrale duo achterin vormt. Mathieu bracht met al zijn ervaring rust over op mij. Dat heeft mij enorm geholpen. Ik begreep het belang voor een jonge voetballer om te kunnen debuteren op het hoogste niveau met iemand als hij aan mijn zijde, in plaats van een speler die snel panikeert en niet de juiste beslissingen kan maken op het veld. Mathieu is een rustige kracht, hij kent zijn kwaliteiten en weet perfect hoe hij die moet gebruiken. Zijn aanwezigheid was niet alleen belangrijk voor mij, maar ook voor Nice. Soms twijfelde de ploeg wel eens, maar dan stond hij op met zijn ervaring en kalmte.’

Ik denk niet dat er frustraties bestaan over de manier waarop wij spelen. Die zijn er waarschijnlijk meer over onze resultaten.’

Maxime Le Marchand

Hatem Ben Arfa scoorde dat seizoen meteen achttien keer en hij gaf ook zeven assists. Moet een ploeg die zo’n speler in zijn rangen heeft volgens jou in dienst van hem voetballen?

Le Marchand: ‘We speelden niet echt in dienst van Ben Arfa. We hadden een behoorlijk indrukwekkend collectief. Hatem had natuurlijk wel dat surplus, dat creatieve vermogen waarmee hij een wedstrijd die op slot zat kon openbreken. Het paste allemaal in elkaar, zowel collectief als individueel hadden we kwaliteiten. Hatem was belangrijk voor ons dat seizoen, maar wij waren ook belangrijk voor hem.’

Geen onnodige risico’s

Alle verhoudingen in acht genomen, zou je de parallel kunnen trekken met Didier Lamkel Zé dit seizoen bij Antwerp.

Le Marchand: ‘Inderdaad, Didier Lamkel Zé heeft ook een stuk genialiteit zoals je die ziet bij Hatem. Hij kan het verschil maken net als Hatem, maar toch op een lager niveau, hoor.’

Zorgt Lamkel Zé meer voor verdeeldheid?

Le Marchand: ‘Voor ik bij Antwerp terechtkwam, had ik veel over hem horen vertellen, maar uiteindelijk is hij niet zo’n grote uitzondering. Spelers zoals hij, die te laat komen op training en heel wat temperament hebben, heb ik nog wel gekend tijdens mijn loopbaan. Je vindt ze bij alle ploegen. Ik heb samengespeeld met Mario Balotelli en Allan Saint-Maximin, mannen met een speciale persoonlijkheid. Zolang zij presteren op het veld, is er geen enkel probleem. De irritatie begint wanneer dat niet meer het geval is. Zolang Didier doelpunten maakt, is er niets aan de hand.’

Maxime Le Marchand: 'De groep heeft zich meer dan behoorlijk aangepast aan de drastisch veranderde tactiek.'
Maxime Le Marchand: ‘De groep heeft zich meer dan behoorlijk aangepast aan de drastisch veranderde tactiek.’© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Het lijkt ons toch niet zo eenvoudig om dagelijks de kleedkamer met hem te delen. De meningen over het gedrag van Lamkel Zé zouden verdeeld zijn binnen de spelersgroep?

Le Marchand: ‘Persoonlijk vind ik het sportieve primordiaal, net zoals bij Mario Balotelli, die op het veld alles gaf in dienst van de ploeg. Ik maakte me helemaal niet druk om het extrasportieve, om zijn fratsen naast het terrein.’

Je moet een speler die efficiënt is en die belangrijk is voor de ploeg alles vergeven volgens jou?

Le Marchand: ‘Dat is dan weer veel gezegd. Het mag natuurlijk niet blijven duren. We zullen wel bekijken hoe de situatie evolueert, maar op dit moment is er dus niets om ons zorgen over te maken. Met Mario Balotelli heb ik wel gemerkt dat het gecompliceerder wordt als die toestanden niet ophouden. Een tijdje mag het aanhouden, maar zonder verbetering ontploft de bom ooit toch een keer. Ik duim dat het met Didier allemaal goed komt. We zien wel.’

Iets anders dan: tactisch lijkt Antwerp onder Frank Vercauteren niet meer op het team van Ivan Leko. Veel waarnemers vinden dat veel van wat de ploeg aantrekkelijk maakte, verdwenen is. Hoe zie jij, die niet onder Leko gewerkt heeft, de groep omgaan met die verandering?

Le Marchand: ‘Ik denk niet dat er frustraties bestaan over de manier waarop wij spelen. Die zijn er waarschijnlijk wel meer over onze resultaten. Dat is niet meer dan normaal. Zoals je al aangaf, was ik hier niet tijdens de eerste helft van het seizoen. Over die periode kan ik dan ook niets vertellen, maar ik merk wel dat de groep zich meer dan behoorlijk aanpast aan de drastisch veranderde tactiek. Dat is toch geen evidentie in het midden van het seizoen.’

Waarop hamert Frank Vercauteren het meest op training?

Le Marchand: ‘In het begin heeft hij ons vooral geobserveerd. Daarna heeft hij stilaan meer en meer accenten gelegd. Hij legt voornamelijk de nadruk op de verticaliteit van het spel. En hij wil geen onnodige risico’s nemen. Dat is positief voor onze ploeg, want in het begin probeerden we volgens mij te veel moeilijke dingen. Ons voetbal is eenvoudiger geworden.’

Gemengde gevoelens

Kan die 1-4-nederlaag tegen Anderlecht voor de kentering gezorgd hebben met het oog op de play-offs?

Le Marchand: ‘Dat is een must. Die wedstrijd was een voorsmaakje van wat ons te wachten staat in de play-offs en toonde aan dat we nog niets bewezen hebben. Nu, in tegenstelling tot wat ik her en der las en hoorde, gaf de trainer ons niet de opdracht om de bal aan de tegenstander te laten of afwachtend te voetballen. We weken de hele tijd, maar dat was niet wat de coach ons gevraagd had. Het enige positieve van die confrontatie met Anderlecht is dat we met de voeten op de grond staan en iedereen weer gefocust is. Dat bleek al op training de dag na die wedstrijd. Ik hoop dat we er achteraf op kunnen terugkijken als de match die ons een boost gaf.’

Feit blijft dat die wedstrijd voor Frank Vercauteren bijzonder zuur moet geweest zijn gezien zijn recente verleden als trainer van Anderlecht. Hoe heeft hij daarop gereageerd?

Le Marchand: ‘Hij is bijzonder kalm gebleven, eerlijk waar. Onze trainer heeft voldoende ervaring om in te zien dat het niet meer was dan één wedstrijd. Dat vind ik zo knap aan zijn aanpak: hij weet dat we een slechte match gespeeld hebben, maar hij maakt zich daar niet nodeloos druk om. Hij voelde dat het niet nodig was om ons terecht te wijzen omdat we als groep zelf voldoende beseften dat we ons moeten herpakken.’

Was het ook een les om te denken dat de play-offs voor Antwerp wel eens slecht zouden kunnen uitdraaien?

Le Marchand: ‘Ik kijk alleszins met gemengde gevoelens naar zo’n systeem met play-offs. Enerzijds zorgt het voor spanning, voor extra adrenaline, maar anderzijds heeft een ploeg als de onze, die een superseizoen kende, weinig of niets te winnen in de play-offs. Het wordt interessant om te zien hoe we op die situatie reageren.’

‘De Belgische competitie leunt qua niveau aan bij de Ligue 1’

Sommige volgers vinden dat de Belgische competitie een nivellering naar beneden kent. Hoe kijk jij, als Fransman en als voetballer die een halfjaar geleden nog in de Premier League speelde, naar een wedstrijd bij pakweg Excel Mouscron?

Maxime Le Marchand: ‘Weet je, ik was alleen maar heel gemotiveerd om naar België te komen, want mijn honger om te voetballen was enorm. Ik heb heel hard gewerkt om dit seizoen in de ploeg te geraken bij Fulham, maar het is me niet gelukt. Logisch dus dat ik wilde dat al dat werk loonde. Ik kon aan niets anders denken. De onzekerheid tijdens de transferperiode knaagde wel aan mij. Verscheidene ploegen uit The Championship toonden interesse en ook vanuit de Ligue 1 was er belangstelling. Nice, bijvoorbeeld, wilde me opnieuw naar Frankrijk halen. Wat de balans in het voordeel van Antwerp deed overslaan, was dat de club met een heel concreet voorstel kwam. Antwerp wilde mij uitspelen in het hart van een vijfmansverdediging, waarbij een heel duidelijk spelsysteem vooropstond. Ik heb ook gesproken met Denis Odoi, mijn ploegmaat bij Fulham, en hij zei me dat ik me helemaal in mijn sas zou voelen bij een club als Antwerp.’

Je hebt in Frankrijk in de Ligue 1 en de Ligue 2 gevoetbald, en in Engeland in de Premier League en The Championship. Hoe verhoudt de Jupiler Pro League zich ten opzichte van die competities?

Le Marchand: ‘De intensiteit in de Premier League ligt uiteraard hoger, maar ik vind dat de Belgische competitie qua niveau aanleunt tegen de hoogste afdeling in Frankrijk. De Belgische competitie is eerder tactisch dan fysiek, maar eigenlijk is het heel moeilijk om er een etiket op te plakken. Elke club heeft immers zijn eigen identiteit, zijn eigen spelopvatting. Het is een melting pot, een mix van allerlei stijlen. Sommige ploegen zouden beter passen in The Championship, andere in de Ligue 1. ‘

Ook jouw ploeggenoten Faris Haroun en Ritchie De Laet speelden in The Championship. Hoe denken zij over die competitie, die algemeen beschouwd wordt als de fysiek zwaarste?

Le Marchand: ‘Het is best grappig: we hebben er alle drie een heel gelijkaardige mening over. Wij vinden dat The Championship heel specifieke profielen aanspreekt. Bepaalde ploegen zijn daar met succes voor samengesteld. Ze scheren hoge toppen en promoveren, maar het voetbal dat ze brengen is dan weer helemaal niet geschikt om in de Premier League te overleven.’

Maxime Le Marchand (Antwerp): 'Zonder verbetering ontploft de bom met Lamkel Zé toch een keer'
© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content